Migratie en criminaliteit in westerse democratieën: oververtegenwoordiging door culturele verschillen

Een kwestie die regeringen proberen te vermijden
In de afgelopen decennia hebben West-Europa en Noord-Amerika ongekende demografische verschuivingen doorgemaakt door massale migratie. Een groot deel van deze migratie komt uit landen met een islamitische meerderheid in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Zuid-Azië. Terwijl politici vaak humanitaire verplichtingen, economische voordelen of de deugden van diversiteit benadrukken, blijft één ongemakkelijke realiteit consequent onderbelicht: migranten, met name die uit islamitische landen en illegale migranten, zijn statistisch oververtegenwoordigd in criminaliteit.
Dit is geen marginaal fenomeen, noch een mythe die uitsluitend door populistische retoriek wordt verspreid. Overheidsrapporten, nationale statistiekbureaus en onafhankelijke onderzoekers hebben herhaaldelijk aangetoond dat migrantengroepen, vooral jonge mannen uit landen met een islamitische meerderheid, onevenredig vaak betrokken zijn bij misdrijven, variërend van diefstal tot geweldsdelicten en seksueel geweld. Het bewijs is verspreid over verschillende officiële rapporten, maar wanneer het wordt samengevoegd, ontstaat een duidelijk en verontrustend beeld.
Bewijs uit Nederland
Nederland, lang bekend om zijn liberale immigratiebeleid, biedt een van de duidelijkste statistische vensters op dit probleem.
Een rapport van 2023 van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Integratie en Samenleven 2024, onthulde dat jongeren van de tweede generatie met twee in het buitenland geboren ouders bijna drie keer zo vaak verdacht werden van een misdrijf dan autochtone Nederlandse jongeren. Specifiek was 3,4 procent van deze jongeren geregistreerd als verdachte, vergeleken met slechts 1,2 procent onder autochtone Nederlandse jongeren. Het rapport benadrukte verder dat jongeren van Marokkaanse, Caribische en Surinaamse afkomst bijzonder oververtegenwoordigd waren (Integratie en Samenleven 2024, CBS).
De situatie beperkt zich niet tot jongeren. In 2025 publiceerde het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) een groot onderzoek, Migratieachtergrond en nadelen in de strafrechtketen, waarin werd onderzocht hoe migratieachtergrond de hele rechtshandhavingsketen beïnvloedt. Het onderzoek toonde aan dat onder volwassenen 45 procent van de geregistreerde verdachten een migratieachtergrond had, maar dat aandeel steeg tot 55 procent onder degenen die uiteindelijk gevangenisstraf kregen (Migratieachtergrond leidt tot nadelen in de strafrechtketen, WODC). Bij minderjarigen was de kloof nog groter: terwijl 46 procent van de jeugdige verdachten een migratieachtergrond had, was 67 procent van degenen die jeugddetentie kregen van migrantengezin.
De WODC-gegevens bevestigen ook dat de oververtegenwoordiging niet alleen kan worden verklaard door armoede of werkloosheid, aangezien de verschillen aanhielden nadat werd gecontroleerd voor sociaaleconomische factoren.
Een andere onthullende dataset komt van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). In 2022 was van de ongeveer 83.000 bewoners in COA-locaties 7 procent betrokken bij geregistreerde incidenten en 3 procent officieel verdacht van misdrijven. Binnen deze groep waren bepaalde nationaliteiten massaal oververtegenwoordigd: 44 procent van de Algerijnen, 33 procent van de Marokkanen en 31 procent van de Tunesiërs in de opvanglocaties waren geregistreerd als verdachte (Overlast en criminaliteit houdt gelijke tred met aantal asielzoekers, Rijksoverheid). Dit toont aan dat een kleine, maar problematische groep asielzoekers disproportioneel bijdraagt aan criminaliteit en overlast.
Samengevoegd illustreren de CBS-, WODC- en COA-gegevens een patroon dat zowel consistent als diep verontrustend is: migranten uit landen met een islamitische meerderheid, en vooral jonge mannen onder hen, zijn veel vaker betrokken bij criminaliteit dan autochtone Nederlanders.
De Zweedse en Duitse voorbeelden
Nederland is niet uniek. Zweden, vaak internationaal geprezen als een humanitair model, moest door toenemende publieke bezorgdheid gegevens publiceren die een verband legden tussen criminaliteit en migratie. Een rapport van de Zweedse Raad voor Misdaadpreventie (Brå), Brottslighet bland personer födda i Sverige och i utlandet, toonde aan dat in het buitenland geboren individuen, met name uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika, oververtegenwoordigd waren als verdachten. Zelfs na aanpassing voor factoren zoals inkomen en opleiding bleef de oververtegenwoordiging duidelijk (Brå).
Duitsland heeft soortgelijke realiteiten ervaren. Rapporten van het Bundeskriminalamt (BKA) in de jaarlijkse Bundeslagebild Kriminalität im Kontext von Zuwanderung tonen consequent aan dat asielzoekers, vluchtelingen en illegale migranten oververtegenwoordigd zijn bij gewelds- en seksuele misdrijven. Het meest publieke voorbeeld was de jaarwisseling 2015–2016 in Keulen, toen honderden vrouwen melding maakten van massale seksuele intimidatie door groepen jonge mannen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Hoewel autoriteiten aanvankelijk de incidenten bagatelliseerden, bevestigden latere onderzoeken de achtergrond van de daders (Bundeslagebild Kriminalität im Kontext von Zuwanderung, Bundeskriminalamt).
Deze gevallen onderstrepen de bredere Europese trend: culturele achtergrond en migratiestatus correleren sterk met betrokkenheid bij criminaliteit.
De Franse banlieues en Noord-Afrikaanse migratie
Frankrijk biedt een historisch perspectief op hoe deze problemen zich over decennia ontwikkelen. Grootschalige migratie uit Noord-Afrika begon in de jaren 1960, toen arbeidstekorten de Franse regering ertoe brachten arbeiders uit Algerije, Marokko en Tunesië te werven. Veel van deze migranten vestigden zich permanent, en hun nakomelingen vormen nu substantiële gemeenschappen in Franse steden.
Na verloop van tijd werden de banlieues , voorstedelijke woonwijken aan de randen van Parijs, Lyon en Marseille , synoniem voor armoede, werkloosheid en toenemende criminaliteit. Een rapport uit 2010 van het Franse think tank Institut Montaigne, Banlieue de la République, merkte op dat in veel van deze buurten de criminaliteitscijfers dramatisch hoger waren dan het nationale gemiddelde, met een sterke concentratie van daders van Noord-Afrikaanse afkomst (Institut Montaigne).
De rellen van 2005 in Clichy-sous-Bois en andere voorsteden, veroorzaakt door de dood van twee tieners van Noord-Afrikaanse afkomst tijdens een vlucht voor de politie, lieten de diepte van de sociale ontwrichting zien. Duizenden auto’s werden in brand gestoken, winkels geplunderd en openbare gebouwen aangevallen. Politierapporten toonden dat de meerderheid van de gearresteerden van migrantengezin was, voornamelijk islamitisch (Ministère de l’Intérieur).
De geschiedenis van Frankrijk laat zien dat oververtegenwoordiging van migranten in criminaliteit geen tijdelijk “aanpassingsprobleem” is, maar een structureel probleem dat verergert wanneer integratie faalt.
De Britse grooming-gangschandalen
In het Verenigd Koninkrijk was een van de meest schokkende voorbeelden van migrantencriminaliteit de onthulling van zogenaamde grooming-gangs. In steden zoals Rotherham, Rochdale en Telford toonden onderzoeken aan dat groepen voornamelijk Pakistaanse moslimmannen al decennia jonge blanke Britse meisjes hadden misbruikt, seksueel uitgebuit en verhandeld.
Het Jay-rapport uit 2014, Independent Inquiry into Child Sexual Exploitation in Rotherham, concludeerde dat minstens 1.400 meisjes tussen 1997 en 2013 waren misbruikt, vaak terwijl politie en lokale autoriteiten klachten negeerden uit angst voor beschuldigingen van racisme (Independent Inquiry into Child Sexual Exploitation in Rotherham, Jay). Latere onderzoeken vonden vergelijkbare patronen in andere steden, met duizenden extra slachtoffers.
De schandalen illustreren niet alleen oververtegenwoordiging bij criminaliteit, maar ook hoe politieke correctheid en angst voor het label “islamofobie” systematisch misbruik mogelijk maakten. Dit vertegenwoordigt een dubbele mislukking: van de daders en van de instituties die kwetsbare burgers zouden moeten beschermen.
Illegale migranten en criminele economieën
Illegale migranten, die buiten het wettelijke kader verblijven, hebben vaak geen toegang tot legale werk- en huisvestingsmogelijkheden. Hierdoor zijn ze vaker betrokken bij informele economieën, waaronder drugshandel, diefstal en zwarte marktactiviteiten.
In Frankrijk heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken herhaaldelijk benadrukt dat een groot deel van de arrestaties in Parijs en Marseille betrekking heeft op buitenlanders, inclusief illegale migranten uit Noord-Afrika. Italië heeft vergelijkbare hoge niveaus van criminele betrokkenheid onder onregelmatige migranten gerapporteerd, met name bij diefstal, overvallen en straatgeweld (Rapporto sulla criminalità, Ministero dell’Interno).
Het verband tussen illegaal verblijf en criminaliteit is niet toevallig: zonder wettelijke rechten of economische kansen wordt criminaliteit vaak een overlevingsstrategie, met ernstige gevolgen voor gastlanden.
Culturele en religieuze dimensies
Hoewel sociaaleconomische achterstand vaak wordt aangehaald als primaire verklaring, mogen culturele en religieuze dimensies niet worden genegeerd. Migranten uit islamitische landen brengen vaak waardensystemen mee die zijn gevormd door patriarchale tradities, eergebonden codes en soms een minachting voor seculiere wetten.
Dit blijkt uit het aanhouden van eerwraak, gedwongen huwelijken en gendergerelateerd geweld binnen migrantengemeenschappen. Deze misdrijven komen vrijwel niet voor bij autochtone Europese bevolkingen, maar zijn terugkerend bij families van islamitische achtergrond. Het WODC heeft ook opgemerkt dat culturele verschillen leiden tot misverstanden en conflicten met juridische instanties, wat strafrechtelijke betrokkenheid vaak verergert.
Bovendien illustreren incidenten zoals de aanrandingen in Keulen een ander aspect: houdingen ten opzichte van vrouwen en seksualiteit die fundamenteel botsen met westerse normen. Antropologe Unni Wikan heeft in haar werk Sexual Violence and Migration betoogd dat dergelijke incidenten verband houden met culturele normen rond mannelijkheid, bescheidenheid en macht, en niet louter met armoede of sociale isolatie.
Politieke ontkenning en mediacensuur
Ondanks overweldigend bewijs hebben politieke leiders en mainstream media vaak geweigerd het probleem direct onder ogen te zien. In Zweden vermeden autoriteiten lange tijd publicatie van migratiegerelateerde criminaliteitsdata uit angst voor “het aanwakkeren van xenofobie.” In Duitsland werd de regering bekritiseerd omdat ze de incidenten in Keulen minimaliseerde om het open-grenzenbeleid van bondskanselier Merkel te beschermen.
In Nederland worden rapporten over COA-criminaliteit vaak verborgen in bureaucratische taal, waardoor de ernst van de oververtegenwoordiging wordt afgezwakt. In plaats van te erkennen dat bepaalde nationale groepen disproportioneel verantwoordelijk zijn voor criminaliteit, benadrukken functionarissen “context” of “systemische nadelen.”
Deze ontkenning creëert een gevaarlijke kloof tussen officiële narratieven en de publieke perceptie. Burgers zien toenemende straatcriminaliteit, intimidatie en onveilige buurten, terwijl hen wordt verteld dat het “isolatie-incidenten” betreft. Een dergelijke discrepantie ondermijnt het vertrouwen in overheidsinstellingen en voedt populistische reacties.
Sociale kosten van migrantcriminaliteit
De impact van oververtegenwoordiging van migranten in criminaliteit reikt verder dan individuele gevallen. Vrouwen in veel Europese steden voelen zich onveilig in openbare ruimtes. Openbaar vervoer, ooit een symbool van Europese stedelijke mobiliteit, wordt geassocieerd met intimidatie en onveiligheid in gebieden met een hoog aandeel migranten. Ouderen en gezinnen passen hun routines aan om confrontaties met agressieve groepen jonge mannen te vermijden.
De financiële last is evenzeer aanzienlijk. Regeringen besteden jaarlijks miljarden aan politie, gerechtelijke procedures, gevangenisstelsels en “integratieprogramma’s” om deze problemen te mitigeren. Middelen die het onderwijs, de gezondheidszorg of de huisvesting zouden kunnen versterken, worden in plaats daarvan opgeslokt door de gevolgen van ongecontroleerde migratie en de daaruit voortvloeiende criminaliteit.
De opkomst van georganiseerde misdaadnetwerken met migranten destabiliseert gemeenschappen verder. Van drugshandel in Nederland tot clan-achtige criminaliteit in Zweden en Duitsland, hele stedelijke gebieden dreigen semi-wetteloos te worden, waardoor de rechtsstaat wordt ondermijnd.
Verantwoordelijkheid van regeringen
Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij migranten die misdrijven plegen. Westerse regeringen dragen enorme verantwoordelijkheid voor het ontwerp en het handhaven van beleid dat de omstandigheden voor oververtegenwoordiging creëerde. Door grenzen open te stellen zonder adequate controles, door migranten niet te screenen op crimineel verleden en door te stellen dat alle culturen “even compatibel” zijn met westerse systemen, hebben beleidsmakers een voorspelbare veiligheidscrisis veroorzaakt.
Het falen is tweeledig:
- Migranten die weigeren zich aan te passen aan de wetten en normen van hun gastland.
- Regeringen die massale migratie actief hebben uitgenodigd zonder realistische integratiestrategieën.
Dit is geen toevallig bijproduct van globalisering, maar het gevolg van weloverwogen politieke beslissingen.
Naar realistische oplossingen
Als westerse samenlevingen de oververtegenwoordiging van migranten in criminaliteit willen aanpakken, zijn verschillende stappen essentieel:
- Transparantie in statistieken: overheden moeten stoppen met het censureren of verbergen van gegevens over criminaliteit en migratie. Burgers hebben het recht om de werkelijke omvang van het probleem te kennen.
- Strengere immigratiecontroles: selectieve immigratiebeleid, zoals in landen als Japan, vermindert de criminele risico’s aanzienlijk. Migratie uit regio’s met een hoge correlatie met criminaliteit moet strikt worden beperkt.
- Uitzetting van criminele migranten: migranten die misdrijven plegen, vooral ernstige of gewelddadige, moeten hun verblijfsrecht verliezen en worden uitgezet. Minder strenge maatregelen zenden een boodschap van straffeloosheid.
- Het uitdagen van culturele relativiteit: westerse samenlevingen moeten de ideologie verwerpen dat alle culturele praktijken gelijkwaardig zijn. Eergerelateerd geweld, patriarchale dominantie en vijandigheid tegenover vrouwenrechten moeten worden erkend als onverenigbaar met liberale democratie.
Zonder dergelijke maatregelen is het traject duidelijk: toenemende criminaliteit, groeiend wantrouwen en verzwakkende sociale cohesie.
Een lang uitgestelde afrekening
Niet alle migranten zijn criminelen, en velen dragen positief bij aan westerse samenlevingen. Maar weigeren de oververtegenwoordiging te erkennen omdat “niet iedereen schuldig is”, is intellectueel oneerlijk en politiek onverantwoordelijk. Statistische oververtegenwoordiging betekent dat zelfs als slechts een minderheid daders is, hun impact op de samenleving disproportioneel groot is.
Het bewijs uit Nederland, Zweden, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk is overtuigend: migranten, vooral uit islamitische landen, zijn oververtegenwoordigd in criminaliteit. Regeringen weten dit al jaren, maar hebben bewust vermeden het probleem aan te pakken. Het gevolg is een samenleving waar gewone burgers de prijs betalen in onveiligheid, angst en financiële lasten.
Een afrekening is overduidelijk nodig. Westerse naties moeten beslissen of ze doorgaan op het pad van ontkenning en destabilisatie, of dat ze de controle over hun grenzen, rechtssystemen en culturele integriteit terugwinnen. Alleen door de realiteit onder ogen te zien, kunnen ze een stabiele en veilige toekomst veiligstellen.