Mensen hebben natuurlijke eiwitten nodig: de ‘eiwittransitie’ is onnodig en schadelijk

25 maart 2024

Een misplaatste kruistocht tegen vlees

In de afgelopen jaren hebben overheden, NGO’s en multinationale voedselbedrijven hard gewerkt aan het promoten van een zogenaamde ‘eiwittransitie’ , een maatschappelijke verschuiving weg van dierlijke producten richting plantaardige of synthetische alternatieven. Deze transitie, vaak gepresenteerd als essentieel voor gezondheid en milieu, vormt steeds meer het uitgangspunt van beleid en investeringen in de voedingsindustrie. Achter de glanzende slogans en emotionele marketing schuilt echter een opvallend gebrek aan eerlijke wetenschap.

De mens eet al honderdduizenden jaren vlees. Vlees is geen moderne luxe, noch een voedingskundige fout; het is een fundamenteel onderdeel van onze evolutie. Het idee dat de mensheid nu één van haar meest voedingsrijke en biologisch compatibele voedselbronnen zou moeten opgeven ten gunste van in laboratoria ontworpen producten, is een ernstige vertekening van de voedingswetenschap. Het is geen stap vooruit, maar een terugval naar industriële afhankelijkheid.

Vlees als hoeksteen van de menselijke evolutie

Antropologisch bewijs toont overtuigend aan dat de groei van de menselijke hersenen en de ontwikkeling van de moderne Homo sapiens direct verband hielden met de regelmatige consumptie van dierlijk voedsel, vooral rood vlees. Fossiele en isotopische studies laten zien dat vroege mensen gedurende het grootste deel van de evolutie top-predatoren waren (The evolution of the human diet: the known, the unknown, and the unknowable, Ungar).

Vlees leverde niet alleen geconcentreerde energie, maar ook complete aminozuren, heemijzer, vitamine B12, zink, selenium en lange-keten omega-3 vetzuren, voedingsstoffen die in plantaardig voedsel vaak afwezig of slecht opneembaar zijn. De neurologische en fysiologische ontwikkeling van Homo erectus en later Homo sapiens viel samen met de toenemende consumptie van dierlijke eiwitten en vetten. Deze evolutionaire aanpassing verklaart waarom het menselijke spijsverteringsstelsel geoptimaliseerd is voor de opname van voedingsstoffen uit dierlijke bronnen (Man the Fat Hunter, Speth).

Het ontkennen van de biologische rol van vlees is het ontkennen van de basis van de menselijke biologie. Het hedendaagse idee dat vlees per definitie schadelijk is, is geen wetenschappelijke conclusie maar een ideologisch construct.

Voedingsdichtheid en opneembaarheid

Een van de sterkste argumenten voor vlees is de uitzonderlijke voedingsdichtheid en biologische opneembaarheid. Plantaardig voedsel bevat weliswaar voedingsstoffen, maar vaak in kleinere hoeveelheden en vergrendeld door antinutriënten zoals fytaten, lectines en oxalaten, die de opname van mineralen remmen. Vlees daarentegen biedt voedingsstoffen in een vorm die het menselijk lichaam direct kan benutten.

Heemijzer uit vlees wordt bijvoorbeeld tot vier keer beter opgenomen dan non-heemijzer uit planten. Ook vitamine A uit dierlijke bronnen (retinol) is direct bruikbaar voor het lichaam, terwijl carotenoïden uit planten eerst moeten worden omgezet , een inefficiënt proces bij veel mensen (The importance of animal source foods for nutrient sufficiency in the developing world, Neumann).

Hetzelfde geldt voor vitamine B12, creatine, taurine en carnosine, stoffen die in plantaardig voedsel afwezig of verwaarloosbaar zijn, maar essentieel voor energiehuishouding en hersenfunctie. Het groeiende aantal ex-vegans dat kampt met bloedarmoede, vermoeidheid of cognitieve klachten na jaren van restrictieve diëten bevestigt wat de biochemie al aantoont: dierlijke voeding is noodzakelijk.

De mythe van vlees en chronische ziekten

Een van de belangrijkste pijlers van het anti-vleesdiscours is de vermeende link tussen vleesconsumptie en chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, kanker en diabetes. Maar bij kritische bestudering stort dit bewijs in elkaar.

Het grootste deel van de ‘bewijzen’ komt uit observationele studies die geen oorzakelijk verband kunnen vaststellen. Ze vertrouwen op voedingsvragenlijsten en maken zelden onderscheid tussen bewerkt vlees (zoals worst) in combinatie met geraffineerde koolhydraten en onbewerkt rood vlees als onderdeel van een uitgebalanceerd dieet. Grote gerandomiseerde onderzoeken tonen geen overtuigend bewijs dat matige consumptie van rood vlees het sterfterisico verhoogt (Unprocessed Red Meat and Processed Meat Consumption and Risk of Coronary Heart Disease and Diabetes Mellitus: A Systematic Review and Meta-Analysis, Micha).

Bovendien bevatten culturen die bekend staan om hun lange levensduur, zoals de Japanse en Franse, juist matige hoeveelheden vlees in hun voeding. De ‘Franse paradox’ , de observatie dat Frankrijk lage sterftecijfers heeft door hartziekten ondanks een hoge inname van verzadigde vetten , spreekt de anti-vleespropaganda rechtstreeks tegen (The French Paradox: A Cultural Perspective, Renaud).

De demonisering van vlees vindt haar oorsprong in de voedingsrichtlijnen van de twintigste eeuw, gebaseerd op zwakke epidemiologische data en beïnvloed door de belangen van de voedselindustrie die goedkope plantaardige oliën en graanproducten wilde promoten.

De werkelijke schade: industriële en kunstmatige vervangers

Terwijl traditioneel vlees onder vuur ligt, bloeit de markt voor ‘alternatieve eiwitten’. Bedrijven als Beyond Meat en Impossible Foods beloven een ‘groenere toekomst’ met ultrabewerkte imitatieburgers. Maar wie beter kijkt, ziet dat deze producten noch duurzaam, noch gezond zijn.

De meeste plantaardige burgers bestaan uit sterk geraffineerde ingrediënten zoals soja-eiwitisolaat, erwteneiwit, zaadoliën, smaakversterkers en synthetische vitaminen. Ze zijn per definitie ultrabewerkt voedsel. Studies tonen consequent aan dat diëten rijk aan ultrabewerkte producten leiden tot obesitas, stofwisselingsziekten en hart- en vaatziekten (Ultra-Processed Foods, Diet Quality, and Health Using the NOVA Classification System, Monteiro).

Bovendien zijn deze kunstmatige producten afhankelijk van monoculturen, pesticiden en industriële ketens die verre van milieuvriendelijk zijn. De productie en verwerking van plantaardige eiwitten vergt veel energie, transport en chemische middelen. De bewering dat dit een duurzaam alternatief vormt, is een illusie , ontworpen voor winst, niet voor gezondheid of planeet.

Kweekvlees: sciencefiction in dienst van bedrijfsbelangen

Kweekvlees, gepresenteerd als diervriendelijke innovatie, roept zowel ethische als ecologische en economische zorgen op.

Het productieproces is verre van natuurlijk. Kweekvlees wordt gemaakt door dierlijke stamcellen te laten groeien in bioreactoren met groeimedia die vaak foetaal runderserum bevatten , afkomstig van geslachte dieren. De grootschalige productie hiervan vraagt enorme hoeveelheden energie en chemische stoffen, wat de milieuclaims twijfelachtig maakt (Environmental Impacts of Cultured Meat Production, Lynch).

Daarnaast centraliseert kweekvlees de voedselproductie in handen van enkele technologiereuzen. De traditionele veeteelt, hoe gebrekkig soms ook, ondersteunt miljoenen boeren en dorpsgemeenschappen wereldwijd. Een verschuiving naar laboratoriumproducten zou deze diversiteit vervangen door industriële installaties, gecontroleerd door multinationale investeerders. Dat is geen stap richting duurzaamheid, maar richting afhankelijkheid en monopolisering van de voedselketen.

Duurzaamheid en de ecologische drogreden

Een hardnekkige mythe is dat veehouderij per definitie onhoudbaar is. Deze stelling is gebaseerd op data uit industriële voederstallen, terwijl regeneratieve landbouwsystemen die met vee werken juist de bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit herstellen.

Goed beheerde graasystemen kunnen koolstof opslaan, water vasthouden en de bodemgezondheid verbeteren. Studies tonen aan dat herkauwers op natuurlijke weiden een netto neutrale of zelfs negatieve CO₂-voetafdruk kunnen hebben (Soil carbon sequestration and the mitigation of greenhouse gas emissions by grazing systems, Conant).

Bovendien kunnen uitgestrekte gebieden die ongeschikt zijn voor akkerbouw uitstekend dienen voor veeteelt, waarbij gras wordt omgezet in hoogwaardige voeding. Het idee dat vlees eenvoudigweg door plantaardige alternatieven kan worden vervangen, negeert deze ecologische realiteit. In werkelijkheid zijn dieren onmisbaar voor de natuurlijke kringloop. Hun verdwijnen zou leiden tot meer gebruik van kunstmest en monoculturen , precies de praktijken die het milieu hebben uitgeput.

De ideologische wortels van de eiwittransitie

De drang naar een ‘eiwittransitie’ komt niet voort uit wetenschap, maar uit ideologie en winstbelang. Het past binnen bredere globalistische agenda’s die voedselproductie willen centraliseren en consumptiepatronen willen sturen. Internationale organisaties zoals het World Economic Forum en de Verenigde Naties promoten ‘duurzame diëten’ die toevallig precies aansluiten bij de belangen van investeerders in synthetische voedseltechnologie (The Global Redesign Initiative, Schwab).

De narratief herdefinieert traditionele voeding als ‘ouderwets’ en onhoudbaar, terwijl dure, gepatenteerde kunstproducten worden gepresenteerd als toekomstgericht. Dit dient de belangen van financiële elites, niet die van gewone mensen. Het ondermijnt bovendien eeuwenoude voedselculturen die draaien om veeteelt en lokale landbouw.

De demonisering van vlees maakt deel uit van een bredere economische en culturele transformatie , een verschuiving van natuurlijke ecosystemen naar gecentraliseerde, digitale productiesystemen onder bedrijfscontrole.

De voedingskundige en psychologische prijs van nepvoedsel

Kunstmatige voedselproducten brengen niet alleen biochemische, maar ook psychologische en sociale schade met zich mee. Eten is niet louter een biologische handeling, maar ook een culturele en emotionele ervaring. Traditionele keukens, rituelen en gemeenschapsvormen draaien om echt voedsel , voedsel dat mensen verbindt met de natuur en met elkaar.

Het vervangen van deze verbinding door steriele, industrieel ontworpen producten breekt die band. De zintuiglijke en culturele rijkdom van echt voedsel kan niet in een laboratorium worden nagemaakt. Uit onderzoek in de voedselpsychologie blijkt dat mensen voldoening halen uit authenticiteit, vakmanschap en vertrouwen in de natuurlijke herkomst van wat ze eten (The Psychology of Food Choice, Shepherd).

Kunstmatige voedselsystemen reduceren eten tot een technocratische handeling. Ze veranderen voeding in een product van bedrijven, losgekoppeld van natuurlijke kringlopen. Op lange termijn kan deze culturele vervreemding even schadelijk blijken als de fysieke tekorten die ze veroorzaakt.

De propaganda van schuldgevoel

Veel van de retoriek rond vleesconsumptie is gebaseerd op schuld. Burgers krijgen te horen dat ze de planeet vernietigen door een biefstuk te eten, dat hun eetgedrag onethisch en destructief is. Deze morele framing van voeding is een krachtig instrument voor gedragssturing.

Toch richten dezelfde stemmen zich zelden op de milieuschade van luchtvaart, luxeconsumptie of industriële vervuiling , sectoren die vele malen schadelijker zijn. De focus op individueel schuldgevoel verschuift de aandacht van structurele problemen naar persoonlijke verantwoordelijkheid.

Vlees eten is intussen een symbool geworden van weerstand tegen opgelegd conformisme. De demonisering van dierlijk voedsel weerspiegelt bredere pogingen om menselijk gedrag moreel te disciplineren. Dit gaat niet slechts over voeding, maar over autonomie, cultuur en vrijheid.

Een rationele weg vooruit

De oplossing voor moderne gezondheids- en milieuproblemen ligt niet in het afzweren van vlees, maar in het hervormen van de manier waarop het wordt geproduceerd. Industriële megastallen verdienen hervorming, maar dat rechtvaardigt geen totale afschaffing van veeteelt.

Lokale, kleinschalige en regeneratieve systemen bieden een duurzaam model dat zowel ecologische balans als voedzame voeding waarborgt. Door boeren en traditionele landbouw te ondersteunen, versterken we gemeenschappen en ecosystemen.

Beleid zou zich moeten richten op bodemherstel, transparantie en lokale productie , niet op subsidies voor synthetisch voedsel en patenten van multinationals. De echte transitie die nodig is, is geen ‘eiwittransitie’ maar een machts­transitie , terug van gecentraliseerde voedselsystemen naar menselijke, natuurlijke landbouw.

Terug naar echt voedsel

De campagne om vlees te vervangen door kunstmatige alternatieven is een gevaarlijk experiment in sociale en economische sturing. Het gaat niet om gezondheid of duurzaamheid, maar om winst en controle. Vlees, mits verantwoord geproduceerd, blijft een van de meest voedingsrijke en biologisch passende voedingsmiddelen die de mensheid kent.

Het inruilen van echt voedsel voor laboratoriumproducten is geen vooruitgang, maar achteruitgang. Werkelijke duurzaamheid ligt in evenwicht, niet in technocratische manipulatie. De toekomst van voedsel mag niet worden bepaald door bedrijven die de menselijke voeding als markt bezien, maar door gemeenschappen die voedsel begrijpen als een levende verbinding tussen mens, dier en aarde.

Het menselijk lichaam, de geest en de cultuur zijn gevormd met vlees. Die band verbreken betekent een deel van onze menselijkheid opgeven.

Doneer

Gedegen en nauwkeurige onderzoeksjournalistiek is onmisbaar voor een rechtvaardige samenleving en vergt tijd en inspanning. Bijdragen worden zeer gewaardeerd.

Donatie opties zien

Doneer voor kwalitatief en gedegen onderzoek

Steun onderzoeksjournalistiek. Uw bijdrage helpt ons om diepgravende verslaggeving voort te zetten.


2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X