Groot-Brittannië: succes buiten Brussel maar nog steeds gevangen in dezelfde machten

19 oktober 2025

Toen het Verenigd Koninkrijk in 2016 stemde om de Europese Unie te verlaten, voorspelden politici, economen en media een economische ineenstorting. Er werd gewaarschuwd voor dalende handel, verlies van banen en een isolatie die Groot-Brittannië zou marginaliseren op het wereldtoneel. De werkelijkheid bleek anders. Hoewel de breuk met Brussel aanvankelijk gepaard ging met onzekerheid, bleef de Britse economie verrassend veerkrachtig. In verschillende opzichten lijkt het land zelfs te profiteren van het verlaten van de EU. Toch is de vrijheid die men beoogde slechts gedeeltelijk bereikt, omdat het VK nog steeds wordt beïnvloed door dezelfde supranationale machten die ook de koers van de Europese Unie bepalen.

De voorspelde economische ramp die nooit kwam

Toen de uitslag van het referendum bekend werd, spraken commentatoren over een ‘Brexodus’ van bedrijven en talent. Grote banken als HSBC en Goldman Sachs voorspelden een massale verhuizing van financiële activiteiten naar Parijs en Frankfurt. De Britse overheid waarschuwde voor een ‘immediate and profound economic shock’. Maar de cijfers bleven die voorspellingen logenstraffen.

Het bruto binnenlands product van het VK herstelde zich sneller dan dat van de eurozone na de pandemie. Volgens het Office for National Statistics groeide de Britse economie in 2022 en 2023 sneller dan Duitsland en Italië, en vergelijkbaar met Frankrijk. De massale kapitaalvlucht bleef uit, de werkloosheid bleef laag, en Londen bleef een van de belangrijkste financiële centra ter wereld.

Ook de export stortte niet in. Britse bedrijven verlegden hun handel deels naar markten buiten Europa, zoals de Verenigde Staten, Australië en India. Met het Comprehensive and Progressive Agreement for Trans-Pacific Partnership (CPTPP) sloot Londen zich aan bij een handelsblok dat goed is voor 15% van de wereldeconomie. Deze stap illustreert hoe de Britse handel zich heroriënteerde op groeiende markten buiten het continent.

Het vertrek uit de EU bood ook de mogelijkheid tot deregulering in sectoren waar Brussel altijd streng toezicht hield, zoals landbouw, biotechnologie en financiële diensten. Het Financial Services and Markets Act 2023 gaf Britse toezichthouders meer vrijheid om wetgeving aan te passen aan nationale behoeften, in plaats van te voldoen aan pan-Europese regels die vooral de belangen van Frankrijk en Duitsland weerspiegelden.

Het idee dat de EU een absolute voorwaarde is voor economische bloei, bleek daarmee onhoudbaar.

De voordelen van herwonnen soevereiniteit

Economische cijfers vertellen slechts een deel van het verhaal. Veel Britten stemden voor Brexit omdat ze de controle over hun eigen wetten, grenzen en beleid wilden terugwinnen. In dat opzicht heeft het VK inderdaad soevereiniteit hersteld. Het land bepaalt nu zelf zijn immigratiebeleid, milieunormen en landbouwsubsidies.

Het nieuwe immigratiesysteem, gebaseerd op een puntenscore, gaf het VK meer zeggenschap over wie wordt toegelaten, in tegenstelling tot het vrij verkeer van personen binnen de EU. Hoewel de migratiecijfers nog steeds hoog zijn, is het principe van nationale controle hersteld , iets waar veel EU-lidstaten alleen maar van kunnen dromen.

Daarnaast kon Londen zelf beslissen over sancties, militaire inzet en energiebeleid zonder goedkeuring van Brussel. In de nasleep van de oorlog in Oekraïne kon het VK bijvoorbeeld sneller wapens leveren dan de EU-bureaucratie toestond. Deze wendbaarheid werd geprezen als bewijs van de voordelen van onafhankelijk beleid.

Toch moet men niet vergeten dat deze nieuwe vrijheid gepaard gaat met een andere vorm van afhankelijkheid. Terwijl de banden met Brussel werden doorgesneden, bleef Londen sterk verankerd in het mondiale netwerk van supranationale instellingen die steeds vaker beleidsrichtingen bepalen buiten democratische controle.

De onzichtbare hand van supranationale macht

Hoewel Groot-Brittannië zich bevrijdde van de Brusselse bureaucratie, ontsnapte het niet aan de bredere architectuur van mondiale governance. Instellingen als de Verenigde Naties, de Wereldgezondheidsorganisatie, de NAVO, het Internationaal Monetair Fonds en het Wereld Economisch Forum oefenen een groeiende invloed uit op nationaal beleid , in Londen net zo goed als in Brussel.

De pandemie toonde dat scherp aan. De Britse regering volgde grotendeels dezelfde koers als de EU: lockdowns, vaccinatiecampagnes en censuur van afwijkende meningen. Veel van die richtlijnen vloeiden niet voort uit democratisch debat, maar uit internationale coördinatie binnen organisaties als de WHO. Het Pandemic Preparedness Treaty van de WHO, waar ook het VK zich achter schaarde, illustreert hoe nationale gezondheidszorg onderworpen raakt aan mondiale besluitvorming.

Ook op het vlak van klimaatbeleid en digitale censuur bevindt het VK zich in hetzelfde kamp als de EU. De Britse overheid werkt met het WEF en de VN aan ‘net zero’-doelstellingen, inclusief een transitie naar elektrische voertuigen en strengere CO₂-normen. Deze agenda, vaak gepresenteerd als moreel noodzakelijk, legt zware lasten op burgers en bedrijven, terwijl de besluitvorming grotendeels buiten nationaal parlementair toezicht plaatsvindt.

De Online Safety Act, aangenomen in 2023, versterkte internetcensuur onder het mom van bescherming tegen ‘desinformatie’ en ‘haatzaaien’. Daarmee sluit het VK zich aan bij het Europese model van controle over digitale communicatie. De verschillen tussen Brussel en Londen zijn in dat opzicht slechts oppervlakkig.

De illusie van democratische onafhankelijkheid

Het centrale probleem is dat soevereiniteit slechts betekenis heeft als er ook democratische controle bestaat. De Britse bevolking mag niet langer stemmen over EU-wetgeving, maar de beslissingen die hun leven beïnvloeden worden nu genomen op mondiale conferenties, door niet-gekozen elites.

Organisaties zoals het Wereld Economisch Forum fungeren als platform waar regeringsleiders, bankiers en bedrijfsbestuurders gezamenlijk beleid ontwikkelen dat vervolgens nationaal wordt geïmplementeerd zonder echte publieke inspraak. Het concept van de ‘Great Reset’, gepromoot door het WEF, kreeg in het VK net zoveel weerklank als op het Europese continent.

Op veiligheidsgebied blijft Groot-Brittannië volledig afhankelijk van de NAVO, een bondgenootschap dat sinds de Koude Oorlog steeds meer dient als militair instrument van Amerikaanse belangen. Terwijl de EU via haar Common Security and Defence Policy eigen ambities heeft, volgt Londen vrijwel dezelfde lijn , deelname aan oorlogen, sancties tegen Rusland, en wapenleveranties aan Oekraïne.

De economische onafhankelijkheid van de EU heeft het VK dus niet gevrijwaard van deelname aan dezelfde geopolitieke agenda’s. Waar Brussel en Berlijn de taal van Europese solidariteit gebruiken, spreekt Londen van ‘global cooperation’. Maar de onderliggende structuur blijft identiek: mondiale richtlijnen die boven de nationale democratie uitstijgen.

Economisch herstel buiten Brussel

De Britse economie heeft, ondanks deze beperkingen, blijk gegeven van opmerkelijke veerkracht. Terwijl de eurozone worstelt met hoge energieprijzen en stagnatie, profiteerde het VK van zijn flexibiliteit in handelsbeleid.

De inflatie bereikte in 2023 weliswaar hoge niveaus, maar daalde sneller dan in Duitsland en Frankrijk. De werkloosheid bleef onder de 5%, en de Bank of England kon haar monetair beleid aanpassen zonder rekening te houden met de Europese Centrale Bank. Die vrijheid om de rente autonoom te beheren is cruciaal voor een land dat zijn eigen koers wil varen in een tijd van mondiale volatiliteit.

Ook de voedsel- en energiesectoren tonen dat onafhankelijk beleid voordeel kan opleveren. Na het loslaten van de strikte EU-landbouwregels kon het VK subsidies toespitsen op nationale prioriteiten. Boeren kregen meer ruimte voor lokale productie en innovatie, zonder te voldoen aan het bureaucratische Common Agricultural Policy-regime.

Daarnaast kon Londen onderhandelen over energiecontracten buiten de EU-markt, waaronder langetermijnovereenkomsten met Noorwegen en de VS. Deze flexibiliteit leverde het land meer energiezekerheid op dan de meeste EU-staten, die gebonden bleven aan interne afspraken en importbeperkingen.

De groeiende handel met landen in de Stille Oceaan, Noord-Amerika en Zuid-Azië illustreert hoe het VK zich economisch diversifieert, los van de Europese stagnatie. Waar de EU haar handelspositie steeds meer verliest aan Aziatische economieën, heeft Groot-Brittannië de kans gegrepen om zich in dat gat te positioneren.

Een halve bevrijding

Toch blijft de vraag of de Britten werkelijk vrijer zijn dan hun continentale buren. Brexit herstelde formeel de nationale soevereiniteit, maar veel van de structuren die democratische besluitvorming ondermijnen zijn grensoverschrijdend en ideologisch. De mondiale agenda’s rond klimaat, volksgezondheid, digitale regulering en defensie drukken hun stempel op elk westers land, ongeacht lidmaatschap van de EU.

De kern van het probleem is dat politieke macht zich steeds verder verwijdert van de burger. Of dat nu via Brussel gebeurt of via Davos, het resultaat is hetzelfde: beleid dat in naam van collectieve veiligheid of duurzaamheid de vrijheid van individuen ondermijnt.

De Brexit-beweging toonde dat miljoenen mensen een ander pad willen, los van technocratische structuren. Maar het toont ook hoe moeilijk het is om werkelijk onafhankelijk te blijven in een wereld waarin macht steeds meer geconcentreerd wordt in niet-verkozen instituties.

De toekomst van Britse onafhankelijkheid

De Britse ervaring laat zien dat vertrek uit de EU niet automatisch tot verval leidt. Integendeel, het kan economische flexibiliteit, handelsdiversificatie en nationale controle bevorderen. Maar ze laat ook zien dat soevereiniteit meer is dan het verbreken van verdragen: het vereist politieke moed om zich te verzetten tegen mondiale druk.

Het VK staat nu op een kruispunt. Het kan zijn herwonnen onafhankelijkheid gebruiken om een democratisch en zelfbepaald model te versterken, of het kan blijven meebewegen met de agenda van mondiale organisaties die hun macht uitbreiden onder het mom van samenwerking.

Als Groot-Brittannië echt wil bewijzen dat er leven is buiten de Unie, zal het ook moeten tonen dat er vrijheid bestaat buiten de invloed van instellingen als de VN, het WEF en de NAVO. Brexit was een begin, geen einde. Het toonde dat een volk het recht heeft om nee te zeggen tegen opgelegde integratie. Maar om werkelijk vrij te zijn, moet het ook nee durven zeggen tegen de nieuwe vorm van mondiale uniformiteit die in de plaats van Brussel is gekomen.

Het Verenigd Koninkrijk heeft overleefd, zelfs gebloeid, buiten de EU. De volgende stap is om te bewijzen dat het ook kan gedijen buiten de greep van de globalistische machten die de Europese Unie ooit inspireerden en die vandaag de rest van de westerse wereld blijven sturen.

Doneer

Gedegen en nauwkeurige onderzoeksjournalistiek is onmisbaar voor een rechtvaardige samenleving en vergt tijd en inspanning. Bijdragen worden zeer gewaardeerd.

Donatie opties zien

Doneer voor kwalitatief en gedegen onderzoek

Steun onderzoeksjournalistiek. Uw bijdrage helpt ons om diepgravende verslaggeving voort te zetten.


2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X