Gecreëerde angst, kunstmatige crises en het stille machtsspel van instituties

5 december 2025

De architectuur van angst

Moderne staten presenteren zichzelf als bewakers van stabiliteit, beschermers tegen onzekerheid en hoeders van maatschappelijk welzijn. Overheden gebruiken woorden als veiligheid, veerkracht, bescherming en collectieve verantwoordelijkheid. Achter die taal schuilt echter een hardnekkig patroon waarin instituties crises vergroten, construeren of manipuleren om het gedrag van mensen te sturen. Angst wordt een instrument, een grondstof, soms zelfs een handelswaar. Of het nu gaat om veiligheid, gezondheid, klimaat, migratie of economie, regeringen opereren vaak niet als dienaren van het volk maar als beheerders van publieke emoties.

Macht wordt niet alleen behouden via wetten, belastingen of instellingen, maar via psychologische beïnvloeding. Angst verandert hoe mensen denken, hoe zij stemmen, hoe zij nieuws consumeren en hoe zij zich tot autoriteit verhouden. Een bange bevolking zoekt bescherming, en regeringen presenteren zichzelf graag als de enige bron van die bescherming. Het wordt een cirkel, waarbij instituties het gevaar definiëren, het gevaar versterken, en zichzelf vervolgens aanbieden als het enige antwoord.

Het idee dat angst politiek bruikbaar is, is niet nieuw. Historici hebben het gebruik ervan teruggevolgd tot oude rijken en middeleeuwse monarchieën. Maar de moderne vorm ervan is verfijnder, subtieler en vaak verpakt in bureaucratische taal. Hedendaagse angst verschijnt zelden als puur terrorisme. Ze komt in de vorm van voortdurende crises, constante waarschuwingen, noodnarratieven en het gevoel dat de samenleving permanent aan de rand van een catastrofe staat. Het resultaat is een publieke stemming die heen en weer beweegt tussen onzekerheid en afhankelijkheid.

De crisis als politiek instrument

De cyclus van angstcreatie

Overheden hoeven zelden een crisis volledig te verzinnen. Veel vaker nemen zij een bestaand probleem, vergroten zij de ernst ervan, vereenvoudigen zij de oorzaken, en presenteren zij het vervolgens als een bedreiging die alleen met vergaande bevoegdheden kan worden bestreden. Angst wordt versterkt door herhaling, symbolische beelden en fatalistische taal. Zodra angst grip krijgt, worden zelfs tijdelijke maatregelen blijvend.

Politiek theoreticus Corey Robin beschrijft dit uitgebreid in Fear: The History of a Political Idea (Corey Robin), waarin hij stelt dat angst vooral gedijt waar hiërarchieën zichzelf willen behouden. Angst houdt mensen volgzaam en ontmoedigt verzet. Hoewel Robin zich richt op klassieke politieke theorie, zien we dezelfde dynamiek in moderne bureaucratische staten.

De architectuur van angst volgt meestal een herkenbaar patroon:

  1. Definieer een crisis, vaak vaag en met verschuivende grenzen.
  2. Vergroot onzekerheid, zodat het publiek de omvang of oorzaken niet volledig begrijpt.
  3. Leg het gevaar in het dagelijks leven, zodat gehoorzaamheid moreel lijkt.
  4. Introduceer ingrijpende maatregelen, gepresenteerd als tijdelijk, technisch of noodzakelijk.
  5. Normaliseer de nieuwe macht, ook wanneer de crisis voorbij is.

Overheden draaien hun machtsuitbreidingen zelden terug. Noodwetten blijven bestaan. Surveillance blijft actief. Organisaties wennen aan grotere vrijheid, minder controle en bredere bevoegdheden.

Gemaakte urgentie en kunstmatige consensus

De meeste burgers kunnen claims over veiligheid, gezondheid, klimaat of economie niet zelfstandig verifiëren. De informatie is te complex, te technisch of simpelweg verborgen achter geheimhouding en bureaucratische muren. Hierdoor kunnen overheden en instituties de realiteit definiëren voor het publiek. Interpretatie wordt macht.

Socioloog Ulrich Beck beschrijft dit in Risikogesellschaft (Ulrich Beck) als een modern verschijnsel waarbij samenlevingen risico georiënteerd worden. Dat betekent dat instituties voortdurend potentiële rampen identificeren om hun nut te rechtvaardigen. Zelfs wanneer de intentie zogenaamd goed is, blijft het effect hetzelfde. Angst wordt structureel.

Instituties reageren niet slechts op crises, ze creëren omstandigheden waarin crises onmisbaar lijken. Zolang mensen fragiliteit voelen, blijft de staat een noodzakelijke beschermheer.

De psychologische dimensie van controle

Angst verandert het denken

Angst vernauwt aandacht. Het vermindert kritisch denken en verhoogt gehoorzaamheid. Mensen die langdurig stress ervaren, vertrouwen sneller op autoriteit en stellen minder vragen. Psychologisch onderzoek toont herhaaldelijk aan dat angst mensen vatbaar maakt voor eenvoudige verklaringen en bereid om vrijheden in te ruilen voor geruststelling.

De politieke waarde van angst ligt daarom in haar vermogen om het mentale landschap van een bevolking te veranderen. Wie denkt dat gevaar overal is, wordt afhankelijk van experts en leidinggevenden. Een angstige bevolking verliest haar gevoel van eigen regie.

In The Politics of Crisis Management (Arjen Boin en Paul t Hart) beschrijven de auteurs hoe regeringen angst gebruiken om verwachtingen te managen. Crises bieden leiders de kans om daadkrachtig, competent en onmisbaar te lijken. Tegelijkertijd verbergen crises structurele fouten die buiten het zicht van de noodsituatie blijven.

De terugkoppeling tussen media en instituties

Media spelen een centrale rol in het versterken van angst. Hoewel veel media beweren onafhankelijk te zijn, leunen zij zwaar op overheidsdata, overheidsexperts en door de overheid geformuleerde frames. Crises genereren aandacht, polarisatie en winst.

Zo ontstaat een feedbackloop:

  • instituties verklaren gevaar
  • media verspreiden het met dramatische nadruk
  • het publiek reageert met angst
  • instituties eisen meer bevoegdheden
  • media versterken dat opnieuw

Noam Chomsky beschrijft in Manufacturing Consent (Noam Chomsky en Edward Herman) hoe media vaak functioneren als versterkers van institutionele narratieven. Hoewel het boek focust op economische en politieke druk, geldt dezelfde logica voor crisiscreatie.

Regeringen corrigeren zelden overdreven berichtgeving. Het dient hun belangen. Angst ontmoedigt kritiek en leidt af van structurele problemen.

De mechanismen van crisisopblazing

Vage definities en verschuivende criteria

Een veelgebruikte tactiek is het gebruik van vage of veranderende definities. Woorden als veiligheid, extremisme, dreiging, veerkracht of desinformatie zijn flexibel en politiek. Deze vaagheid maakt het mogelijk dat regeringen hun narratief voortdurend aanpassen.

Hierdoor kan vrijwel elk probleem gepresenteerd worden als een existentiële bedreiging. Wie kritiek levert, wordt afgeschilderd als gevaarlijk of onverantwoordelijk.

Selectieve data en expertmonopolies

Overheden werken graag met besloten groepen experts die hun agenda ondersteunen. Deze experts kunnen op zichzelf geloofwaardig zijn, maar hun selectie is politiek. Andere stemmen worden uitgesloten.

Econoom Mariana Mazzucato beschrijft in The Value of Everything (Mariana Mazzucato) hoe instituties experts kiezen die aansluiten bij hun voorkeuren. Hoewel het boek voornamelijk over economie gaat, is het principe breder toepasbaar. Wie de experts kiest, bepaalt het verhaal.

Angst als afleiding van structureel verval

Angstpolitiek leidt de aandacht af van langetermijnproblemen zoals economische stagnatie, dalend vertrouwen, demografische verschuivingen, corruptie en falende publieke diensten. Wanneer mensen overspoeld worden met dreigingen die abstract maar urgent klinken, verdwijnen diepere problemen uit beeld.

Politicoloog Jan Werner Müller beschrijft in Was ist Populismus (Jan Werner Müller) hoe regeringen crisistaal gebruiken om systematische fouten te verbergen. Hoewel Müller focust op populisme, is de dynamiek universeel.

Waarom overheden niet het belang van de bevolking vooropstellen

Institutioneel zelfbehoud

Overheden presenteren zich graag als altruïstisch, maar instituties gedragen zich als organismen. Hun eerste instinct is zelfbehoud. Bureaucratieën groeien, verdedigen hun budgetten, vermijden verantwoordelijkheid en verzetten zich tegen toezicht. Leiders stellen politiek overleven boven publiek welzijn.

Zelfs democratie biedt geen garantie. Verkiezingen vervangen gezichten, maar de kern van ministeries, agentschappen en adviesraden blijft bestaan. Deze instituties maken beleid, vaak buiten zicht van de burger.

Belangenconflicten en machtsconcentratie

Veel moderne crises maken specifieke groepen rijk of machtig: grote bedrijven, veiligheidsdiensten, transnationale organisaties, politieke partijen en administratieve elites. Angst opent deuren die onder normale omstandigheden gesloten blijven.

Voorbeelden zijn:

  • uitgebreid toezicht
  • meer censuurbevoegdheden
  • hogere veiligheidsbudgetten
  • noodaankopen en contracten buiten controle
  • beperkingen op demonstraties
  • centralisatie van besluitvorming

Deze maatregelen blijven vaak bestaan, ook wanneer de crisis die ze rechtvaardigde verdwenen is.

De afbraak van verantwoordelijkheid

Angst biedt een excuus voor falen. Leiders kunnen zeggen dat omstandigheden uniek waren of dat besluiten onder druk moesten worden genomen. Onderzoeken worden uitgesteld, documenten achtergehouden, fouten verpakt als noodzakelijke offers.

Econoom Robert Higgs legt in Crisis and Leviathan (Robert Higgs) uit hoe overheden tijdens crises groeien en hun macht daarna niet meer afstaan. Hoewel zijn focus op de Verenigde Staten ligt, is de logica wereldwijd herkenbaar.

Het algemeen belang als retorisch schild

Regeringen zeggen vaak te handelen in het belang van iedereen. In werkelijkheid is deze frase meestal een moreel schild dat kritiek moet neutraliseren. Wie kan immers tegen het algemeen belang zijn?

Maar in de praktijk dienen staten andere doelen:

  • politieke stabiliteit
  • economische controle
  • bescherming van instituties
  • internationale verplichtingen
  • administratieve efficiëntie

Deze doelen vallen zelden samen met wat burgers werkelijk nodig hebben.

Angst als strategie voor mondiale governance

Internationale organisaties en globale dreigingstaal

Organisaties zoals de Verenigde Naties of de Wereldgezondheidsorganisatie gebruiken crisisnarratieven om hun eigen relevantie te verhogen. Hun rapporten presenteren uitdagingen vaak als apocalyptisch, en zichzelf als de enige coördinatoren van oplossingen.

Deze internationalisering van angst maakt verantwoordelijkheid diffuser. Nationale regeringen verwijzen naar internationale richtlijnen, terwijl internationale organisaties afhankelijk zijn van nationale uitvoering. Zo ontstaat een laag op laag systeem waarin niemand echt verantwoordelijk is, maar iedereen macht uitoefent.

Historicus Philip Bobbitt beschrijft in The Shield of Achilles (Philip Bobbitt) hoe moderne staten zichzelf steeds meer definiëren via veiligheid en dreiging.

Permanente noodtoestand en gemoraliseerd beleid

Steeds vaker wordt de samenleving voorbereid op het idee dat gevaar permanent is. Dat oplossingen constant toezicht, offers of hervormingen vereisen. Dat afwijking van de officiële lijn moreel fout is. Dit moraliseren van politiek verkleint de ruimte voor discussie. Wie de narratieven in twijfel trekt, wordt weggezet als roekeloos.

Angst verandert daardoor in een sociale norm.

De menselijke tol van angstpolitiek

Sociale fragmentatie

Angst polariseert. Wanneer regeringen bepaalde groepen of ideeën presenteren als gevaarlijk, worden samenlevingen verdeeld. Wantrouwen groeit, samenwerking daalt en burgers beginnen elkaar als risico te zien.

Verlies van autonomie en creativiteit

Een bevolking die door angst wordt gestuurd, denkt minder vrij. Mensen vermijden risico’s, ideeën en afwijkende meningen. Angst vernauwt de horizon en maakt burgers afhankelijker.

Emotionele uitputting

Een samenleving die voortdurend hoort dat het gevaar overal is, raakt uitgeput. Chronische angst leidt tot vermoeidheid en wanhoop. Een uitgeputte bevolking is makkelijker te sturen en minder geneigd tot verzet.

Autonomie herwinnen in een tijd van gecreëerde angst

Kritisch denken als vorm van verzet

Het eerste verzet tegen angstpolitiek is inzicht. Wie begrijpt hoe narratieven gemaakt worden, wordt minder beïnvloed. Burgers die vragen stellen, verschillende bronnen raadplegen en framing herkennen, worden moeilijker te manipuleren.

Transparantie afdwingen

Overheden moeten gegevens, methoden en besluitvorming openbaar maken. Vage claims moeten worden uitgedaagd. Transparantie beperkt de mogelijkheid om onzekerheid te misbruiken als machtsinstrument.

Decentralisatie en lokale zeggenschap

Hoe centraler macht is georganiseerd, hoe beter zij misbruikt kan worden om angst te benutten. Lokale besluitvorming en echte burgerparticipatie creëren weerbaarheid. Mensen die invloed hebben op hun directe omgeving zijn minder vatbaar voor abstracte dreigingen.

Een cultuur van kalmte in plaats van alarm

Samenlevingen hebben culturele normen nodig die rust, redelijkheid en perspectief benadrukken. Permanente alarmfase vernietigt veerkracht. Kalmte maakt mensen moeilijker te sturen.

Naar een menselijker politiek

Angst is een oeroude emotie, maar in moderne staatsstructuren is het een strategisch instrument geworden. Overheden claimen dat zij burgers beschermen, maar in werkelijkheid vertrouwen zij op bange burgers om hun macht te behouden en uit te breiden. Het resultaat is een samenleving waarin crises nooit volledig eindigen, noodsituaties nooit echt verdwijnen, en het vertrouwen van burgers voortdurend wordt gebruikt maar zelden wordt beloond.

Het doorbreken van deze cyclus vereist waakzaamheid, moed, transparantie en een weigering om angst te accepteren als de normale toestand van het openbare leven. Mensen kunnen niet vrij zijn wanneer zij bang zijn. En instituties die afhankelijk zijn van angst, dienen het volk niet maar beheren het.

Doneer

Gedegen en nauwkeurige onderzoeksjournalistiek is onmisbaar voor een rechtvaardige samenleving en vergt tijd en inspanning. Bijdragen worden zeer gewaardeerd.

Donatie opties zien

Doneer voor kwalitatief en gedegen onderzoek

Steun onderzoeksjournalistiek. Uw bijdrage helpt ons om diepgravende verslaggeving voort te zetten.


2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X