Erfbelasting: een belasting die ongelijkheid vergroot en de samenleving verzwakt

23 september 2025

De werkelijke aard van erfbelasting

Erfbelasting wordt vaak verkocht als een instrument voor rechtvaardigheid, een middel om de ongelijkheid te verkleinen en om de lasten eerlijker te verdelen tussen generaties. Regeringen presenteren het als een manier om rijkdom te herverdelen en zo de samenleving eerlijker te maken. In werkelijkheid doet erfbelasting precies het tegenovergestelde. Het is een instrument dat de midden- en hogere middenklasse ondermijnt, banen vernietigt, innovatie afremt en cultureel erfgoed verwoest. De enige partij die daadwerkelijk profiteert, is de staat zelf, die de opbrengsten gebruikt om een steeds groter wordend en inefficiënt bureaucratisch apparaat in stand te houden.

De echt rijken, de beruchte 1 procent die wereldwijd het overgrote deel van de rijkdom controleert, worden nauwelijks geraakt door erfbelasting. Hun kapitaal is verborgen in internationale vennootschapsstructuren, trusts en belastingparadijzen. Zij hebben de middelen en de kennis om hun vermogen generaties lang veilig te stellen. Het zijn de families die hun rijkdom in tastbare, productieve activa bewaren – een bedrijf, een boerderij, een landgoed – die het volle gewicht van deze belasting dragen.

De mythe van gelijkheid

Het argument dat erfbelasting ongelijkheid zou verkleinen is niet meer dan een illusie. Ongelijkheid bestaat niet primair tussen families die een middelgroot bedrijf of een paar hectare landbouwgrond erven en degenen die niets erven. De echte kloof is die tussen de ultrarijken en de rest van de samenleving. Volgens het Global Wealth Report (Credit Suisse Research Institute) bezit de top 1 procent wereldwijd bijna de helft van alle rijkdom. Dit vermogen is grotendeels immuun voor nationale belastingen.

Ondertussen worden families die generaties lang bedrijven hebben opgebouwd geconfronteerd met belastingaanslagen die hen dwingen hun onderneming te verkopen of zware schulden aan te gaan. Dit leidt vaak tot faillissementen of overnames door grote internationale concerns. Het resultaat is een verschraling van de economie, waarin kleine en middelgrote ondernemingen verdwijnen en de concentratie van kapitaal juist toeneemt.

Het Britse voorbeeld: hoe “death duties” erfgoed vernietigden

Na de Tweede Wereldoorlog voerde Groot-Brittannië een erfbelasting in, toen bekend als “death duties,” met tarieven die opliepen tot wel 80 procent. De gevolgen waren desastreus. Tussen 1945 en 1975 werden meer dan 1.200 landhuizen gesloopt (The Destruction of the Country House, Marcus Binney). Deze huizen waren niet enkel symbolen van rijkdom, maar vormden ook centra van werkgelegenheid, landbouw, ambacht en toerisme. Bovendien bevatten ze onschatbare kunstcollecties, bibliotheken en archieven.

Voorbeelden zijn talrijk. Het landhuis Mentmore Towers, ooit eigendom van de familie Rothschild, moest worden verkocht omdat de erfgenamen de belastingen niet konden betalen. Witley Court, eens een van de grootste landhuizen van Engeland, verviel tot een ruïne nadat het onder belastingdruk moest worden verkocht. Zelfs huizen die de dans ontsprongen, deden dat vaak alleen door grote delen van hun land te verkopen of hun kunstcollecties aan de staat af te staan ter compensatie van belastingaanslagen. De enorme groei van de National Trust in deze periode kwam niet voort uit vrijwillige filantropie, maar uit dwang en noodzaak (The National Trust: A Study in Conservation, John Harvey).

Niet alleen de aristocratie werd geraakt. Ook boeren en kleine ondernemers leden onder erfbelasting. Een familiebedrijf of boerderij dat generaties had standgehouden kon niet worden doorgegeven zonder verkoop of hoge leningen. Vaak was de belastingaanslag hoger dan de liquide waarde van de bezittingen, waardoor families gedwongen werden onder de marktwaarde te verkopen. Kopers waren doorgaans grote concerns of investeerders die hun bezit verder konden uitbreiden. Het effect was dus niet herverdeling, maar concentratie van eigendom in steeds minder handen.

Frankrijk: hoge tarieven, weinig effect

Frankrijk staat bekend om een van de hoogste erfbelastingtarieven in Europa. In sommige gevallen kan dit oplopen tot 60 procent van de erfenis (Les droits de succession en France, Ministère de l’Économie). In theorie klinkt dit als een krachtig middel tegen ongelijkheid, maar in de praktijk ontwijken de rijken deze heffingen via slimme constructies. Ze schenken vermogen bij leven, richten internationale stichtingen op of verhuizen eenvoudig naar landen met gunstiger regimes. Bekende Franse families, zoals de erfgenamen van luxemerken, gebruiken trusts en holdings om fortuinen veilig te stellen.

De gevolgen voor de middenklasse zijn daarentegen zwaar. Families die een huis of klein bedrijf nalaten, moeten vaak verkopen om de belasting te kunnen voldoen. In landelijke gebieden leidt dit tot leegstand en verpaupering, terwijl de superrijken hun paleizen en châteaux zonder problemen behouden. Erfbelasting in Frankrijk heeft zo het tegenovergestelde effect van wat wordt beoogd: de middenklasse krimpt, terwijl de ultrarijken onaantastbaar blijven.

Duitsland: familiebedrijven in de knel

Duitsland kent officieel een erfbelasting, maar er bestaan uitzonderingsregelingen voor familiebedrijven. In theorie zijn deze bedoeld om ondernemingen te beschermen tegen gedwongen verkoop. In de praktijk zijn de regels zo complex en kostbaar dat alleen de grootste bedrijven de middelen hebben om er gebruik van te maken. Middelgrote ondernemingen, die vaak het hart vormen van de Duitse economie, kunnen deze juridische constructies meestal niet betalen (Erbschaftsteuer und Unternehmensnachfolge, Deutsches Institut für Wirtschaftsforschung).

Het resultaat is dat juist de ruggengraat van de Duitse economie – de Mittelstand – wordt geraakt. Familiebedrijven die generaties lang innovatie en werkgelegenheid hebben geleverd, worden opgeslokt door grotere concerns of verdwijnen geheel. Terwijl de multinationals hun weg vinden door de uitzonderingen, betalen de kleine en middelgrote ondernemers de prijs. Dit bevestigt opnieuw dat erfbelasting geen nivellering teweegbrengt, maar juist de economische ongelijkheid vergroot.

De Verenigde Staten: de illusie van de “estate tax”

De Verenigde Staten hebben de zogeheten estate tax, die in theorie gericht is op de zeer rijken. Het tarief kan oplopen tot 40 procent boven een bepaalde vrijstellingsdrempel (Internal Revenue Service: Estate Tax). In de praktijk weten miljardairsfamilies als de Waltons of de Kochs echter al decennia lang deze belasting te omzeilen. Zij maken gebruik van dynastietrusts, stichtingen en internationale structuren om hun rijkdom veilig te stellen (The Hidden Wealth of Nations, Gabriel Zucman).

Voor kleine ondernemers en boeren ligt dit anders. Een boerderij die generaties lang in de familie is gebleven kan door de estate tax onder druk komen te staan. De waarde van grond wordt vaak hoog ingeschat, terwijl de liquide middelen ontbreken om de belasting te voldoen. Het gevolg: gedwongen verkopen of schulden die de continuïteit van het bedrijf ondermijnen. Ook hier geldt dus dat de belasting niet de machtigen treft, maar juist degenen die hun vermogen in tastbare en productieve vorm bezitten.

Zweden: afschaffing zonder toename van ongelijkheid

Een interessant tegenvoorbeeld is Zweden, dat in 2005 de erfbelasting volledig afschafte (Inheritance Tax Abolition in Sweden, Ministry of Finance Sweden). Critici voorspelden dat dit zou leiden tot een explosie van ongelijkheid en verlies van belastinginkomsten. Het tegenovergestelde gebeurde. De ongelijkheid in Zweden bleef relatief laag, en het land scoort nog steeds hoog op internationale ranglijsten van welzijn en sociale gelijkheid (World Happiness Report, United Nations).

Bovendien leidde de afschaffing tot meer ondernemerschap. Families hoefden niet langer te vrezen dat hun bedrijven bij overlijden zouden worden verscheurd door de fiscus. Hierdoor werd het aantrekkelijker om te investeren in langetermijnprojecten en innovatie. Zweden bewijst dat erfbelasting geen noodzakelijke voorwaarde is voor een eerlijke samenleving, maar juist een belemmering kan vormen.

Een systeem dat banen en innovatie vernietigt

Wat alle voorbeelden gemeen hebben, is dat erfbelasting vooral de productieve lagen van de samenleving raakt. Bedrijven in handen van families zorgen voor stabiliteit, continuïteit en werkgelegenheid. Wanneer deze bedrijven onder dwang worden verkocht of opgesplitst, verdwijnt vaak decennia aan opgebouwde kennis, ervaring en netwerk. Werknemers verliezen hun baan en gemeenschappen verliezen hun economische fundament.

Innovatie wordt eveneens afgeremd. Families die vermogen willen doorgeven aan de volgende generatie, investeren vaak in ondernemerschap en nieuwe ideeën. Als zij echter vrezen dat de overheid een groot deel zal confisqueren, ontstaat er minder motivatie om nieuwe initiatieven te ontplooien. Het vooruitzicht dat een groot deel van het opgebouwde kapitaal bij overlijden wordt afgeroomd, maakt langetermijninvesteringen minder aantrekkelijk.

De elites blijven buiten schot

Het echte onrecht van erfbelasting is dat zij niet de machtigen treft, maar de productieve middenklasse. De allerrijksten gebruiken internationale constructies om belasting te ontwijken. Trusts, stichtingen en vennootschappen in landen als Luxemburg, de Kaaimaneilanden of Zwitserland maken het eenvoudig om fortuinen buiten bereik van nationale belastingdiensten te houden (Tax Havens: How Globalization Really Works, Ronen Palan). Zo blijft het systeem waarin de 1 procent hun macht en rijkdom intact houdt onaangetast. Het is ironisch dat erfbelasting de ongelijkheid die zij pretendeert te bestrijden in werkelijkheid verdiept.

Conclusie: een belasting die verdeelt en verarmt

Erfbelasting wordt vaak verdedigd met morele argumenten, maar de praktijk toont aan dat het vooral een instrument is om de macht van de staat te vergroten en om productieve families te ondermijnen. Het vernietigt banen, bedrijven en cultureel erfgoed. Het legt de lasten bij de middenklasse terwijl de superrijken onaangetast blijven. De ware ongelijkheid ligt niet tussen een familie die een klein bedrijf erft en iemand die niets erft, maar tussen de wereldwijde elite en de rest van de bevolking.

Zolang erfbelasting blijft bestaan in zijn huidige vorm, zal het slechts dienen als een middel om macht en geld verder te concentreren, onder het mom van gelijkheid en rechtvaardigheid.

Doneer

Gedegen en nauwkeurige onderzoeksjournalistiek is onmisbaar voor een rechtvaardige samenleving en vergt tijd en inspanning. Bijdragen worden zeer gewaardeerd.

Donatie opties zien

Doneer voor kwalitatief en gedegen onderzoek

Steun onderzoeksjournalistiek. Uw bijdrage helpt ons om diepgravende verslaggeving voort te zetten.


2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X