De vervuilende en destructieve impact van windturbineparken op zee

28 oktober 2025

De belofte van groene energie is aantrekkelijk: een schone toekomst, minder CO₂-uitstoot en onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Maar achter de glanzende façade van de zogenaamde duurzame windenergie schuilt een harde realiteit. Windturbineparken op zee, vaak gepresenteerd als een wondermiddel tegen klimaatverandering, brengen juist aanzienlijke ecologische schade toe aan zeeleven, ecosystemen, en zelfs aan het klimaat dat ze geacht worden te beschermen. De destructieve impact van deze installaties wordt zelden benoemd, deels omdat de belangen van overheden en grote energiebedrijven te groot zijn om een eerlijk debat toe te laten.

De industriële kolonisatie van de zee

Waar de oceanen ooit vrij waren van grootschalige menselijke infrastructuur, worden ze tegenwoordig in rap tempo omgevormd tot industriële zones. Europese wateren staan centraal in deze transformatie. Alleen al in de Noordzee worden duizenden windturbines gepland of gebouwd, met installaties die tot honderd meter diep in de zeebodem worden verankerd. Het is een proces dat eerder doet denken aan mijnbouw dan aan natuurbeheer.

De aanleg van windparken vergt enorme hoeveelheden staal, beton en koper. Voor één enkele turbine van 12 megawatt is meer dan 2.000 ton staal en 500 ton beton nodig (Environmental impacts of offshore wind farms, Marine Pollution Bulletin). De productie van deze materialen veroorzaakt massale CO₂-uitstoot, terwijl het delven van grondstoffen als koper, nikkel en zeldzame aardmetalen vaak gepaard gaat met milieuschade in landen als Congo en China (The dark side of green energy, The Guardian).

Bovendien worden complete zeegebieden afgesloten voor vissers en recreanten. In de praktijk betekent dit dat windturbineparken exclusieve industriële zones worden, waar commerciële exploitatie onder het mom van duurzaamheid plaatsvindt. De zee is geen natuurgebied meer, maar een energiecentrale.

Geluidsoverlast en vernietiging van zeeleven

De bouw van windturbines op zee gaat gepaard met extreem lawaai. Het heien van funderingen in de zeebodem produceert geluidsgolven van meer dan 200 decibel, die zich kilometers ver verspreiden. Voor veel zeedieren, zoals bruinvissen en walvissen, is dit dodelijk of leidt het tot blijvende gehoorschade en desoriëntatie (Impact of underwater noise from offshore wind farm construction on marine mammals, Marine Ecology Progress Series).

Tijdens de aanleg van het Duitse windpark Borkum Riffgrund II werd vastgesteld dat bruinvissen het gebied volledig verlieten en pas maanden later terugkeerden. Vele dieren vinden de weg niet meer terug, of stranden als gevolg van verstoring van hun echolocatie.

Zelfs nadat de bouwfase voorbij is, blijven windparken lawaai produceren. De draaiende rotorbladen en vibrerende funderingen veroorzaken constant lage frequenties die via het water worden overgedragen. Deze zogeheten ‘low frequency noise’ beïnvloedt de oriëntatie en communicatie van vissen, vooral van soorten als kabeljauw en haring die sterk afhankelijk zijn van geluid (Subsea noise and its effects on fish, ICES Journal of Marine Science).

Het resultaat is een structurele verstoring van mariene ecosystemen, die niet verdwijnt maar permanent wordt door de aanwezigheid van windparken.

Het dodende effect op vogels en vleermuizen

Ook boven de zeespiegel eisen windturbines hun tol. Jaarlijks sterven honderdduizenden vogels door aanvaringen met de wieken van turbines, zowel op land als op zee. Vooral zeevogels zoals jan-van-genten, meeuwen en sterns worden getroffen.

Uit onderzoek in Schotland blijkt dat bepaalde vogelpopulaties in de buurt van offshore windparken met tot wel 80% zijn afgenomen (Collision risk of seabirds in offshore wind farms, Scottish Natural Heritage). Deze cijfers worden zelden vermeld in overheidsrapporten, die vaak gebaseerd zijn op theoretische modellen in plaats van daadwerkelijke tellingen.

Ook vleermuizen worden massaal gedood door de drukverandering rond draaiende rotorbladen, een fenomeen dat ‘barotrauma’ wordt genoemd. Zelfs op open zee, waar vleermuizen zelden voorkomen, worden dode dieren gevonden rond turbines, aangetrokken door insecten die zich ophopen in de warme luchtstromen van de wieken (Bat mortality at wind farms: causes and consequences, Biological Conservation).

De windindustrie noemt dit “nevenschade”, maar voor bedreigde soorten betekent het simpelweg uitsterven.

Verstoring van de zeebodem en waterkwaliteit

De bouw van windturbines verstoort ook de zeebodem zelf. Tijdens het heien en boren komt sediment vrij dat zich verspreidt over grote oppervlakten, wat leidt tot troebel water en zuurstofarme zones. Deze omstandigheden verstikken bodemdieren zoals mosselen, wormen en schelpdieren, die cruciaal zijn voor het mariene voedselweb (Sediment dispersion and ecological effects of offshore wind construction, Journal of Marine Systems).

Bovendien bevatten veel kabels en coatings giftige stoffen. De beschermlagen van elektrische kabels en turbines bevatten vaak bisfenolen en microplastics die langzaam in het water vrijkomen. Deze stoffen hopen zich op in plankton en vis, en vinden uiteindelijk hun weg naar de menselijke voedselketen (Pollution from offshore wind farm materials, Environmental Science & Technology).

De aanleg van duizenden kilometers elektriciteitskabels brengt ook elektromagnetische velden met zich mee, die migratiepatronen van vissen en zeeschildpadden verstoren. Vooral soorten die zich oriënteren via het aardmagnetisch veld, zoals palingen en haaien, verliezen hun richting (Electromagnetic fields and marine fauna, Marine Environmental Research).

De paradox van groene energie

Windenergie wordt verkocht als schoon en duurzaam, maar de volledige levenscyclus vertelt een ander verhaal. De bouw, het onderhoud en de afbraak van windturbines zijn afhankelijk van fossiele brandstoffen. De schepen die turbines installeren, verbruiken tienduizenden liters diesel per dag. Het transport van onderdelen, vaak geproduceerd in China of Korea, is allesbehalve milieuvriendelijk.

Bovendien moeten windparken na 20 tot 25 jaar worden afgebroken of vervangen. De recycling van windturbinebladen is een enorm probleem: ze bestaan uit composietmaterialen van glasvezel en epoxy, die nauwelijks te verwerken zijn. Miljoenen tonnen turbinebladen eindigen inmiddels op stortplaatsen (Wind turbine blade waste in the circular economy, Waste Management).

Ook op zee geldt dit probleem. Het demonteren van verankerde turbines is complex en kostbaar, waardoor veel bedrijven pleiten voor het achterlaten van delen van de fundering in de zeebodem , een vorm van permanente vervuiling die nauwelijks wordt gereguleerd.

Economische belangen en politieke hypocrisie

De offshore windindustrie is niet gedreven door milieubewustzijn, maar door subsidies en politieke belangen. Europese overheden pompen miljarden in zogenaamde groene projecten, terwijl de opbrengst grotendeels terechtkomt bij grote energiebedrijven en investeringsfondsen.

De Europese Investeringsbank en nationale overheden garanderen leningen, waardoor private ondernemingen nauwelijks risico lopen. Windparken worden verkocht als ‘duurzaam’, maar hun winstmodel berust op publieke steun. Zonder subsidies en belastingvoordelen zou geen enkel windpark op zee rendabel zijn (Subsidising the wind industry: hidden costs of green energy, Energy Policy).

Ondertussen wordt kritiek op de milieuschade vaak gebagatelliseerd of genegeerd. Wie vraagtekens zet bij windenergie, wordt snel weggezet als “klimaatontkenner”. Deze strategie van morele chantage houdt de industrie politiek onaantastbaar. De groene lobby is uitgegroeid tot een van de machtigste netwerken in Europa, waarin milieuorganisaties, multinationals en regeringen samenwerken om een illusie van duurzaamheid te verkopen.

Militaire en geopolitieke risico’s

Naast ecologische schade brengen windparken ook veiligheidsrisico’s met zich mee. Ze bevinden zich vaak in strategische zeegebieden en kunnen navigatie- en radarsystemen verstoren. Volgens een rapport van de Britse Defensiecommissie zijn windparken in de Noordzee potentieel kwetsbare doelwitten voor sabotage en spionage (Defence implications of offshore infrastructure, UK Parliament).

Er zijn zelfs aanwijzingen dat buitenlandse actoren, waaronder China en Rusland, interesse tonen in de datanetwerken en kabelsystemen die door windparken lopen. Het idee dat de energietransitie ons onafhankelijker maakt, wordt zo ironisch genoeg ontkracht door de afhankelijkheid van buitenlandse technologie en grondstoffen.

De illusie van energieneutraliteit

Windparken leveren energie, maar minder dan vaak wordt gesuggereerd. Hun productie is grillig, afhankelijk van weersomstandigheden, en ze vereisen continue back-up van conventionele energiecentrales. Deze ‘dubbele infrastructuur’ betekent dat de CO₂-besparing veel kleiner is dan in beleidsrapporten wordt vermeld (Intermittency of renewables and energy storage challenges, Energy Economics).

Bovendien verliezen turbines rendement naarmate ze ouder worden. Na tien jaar kan de productie met 20 tot 30 procent dalen door slijtage en erosie (Offshore wind turbine degradation and performance decline, Renewable Energy Journal). Dat betekent dat het reële energievoordeel nog verder afneemt, terwijl de ecologische schade blijft bestaan.

Een bedreiging voor maritieme biodiversiteit

De Noordzee, ooit een van de rijkste zeegebieden ter wereld, verandert langzaam in een industrieel landschap. Vissers signaleren afname van visbestanden in de nabijheid van windparken, terwijl ecosystemen verschuiven door verstoring van stromingen en sediment. Sommige soorten verdwijnen, andere , zoals kwallen en mosselen , floreren op kunstmatige structuren, wat de biodiversiteit verarmt in plaats van verrijkt (Changes in marine biodiversity associated with offshore wind farms, Nature Ecology & Evolution).

De zogenaamde ‘kunstriffen’ die ontstaan op turbinefunderingen worden door voorstanders gepresenteerd als nieuw zeeleven, maar in werkelijkheid vervangen ze complexe natuurlijke ecosystemen door monotone, kunstmatige habitats. Het resultaat is een vorm van ecologische verarming die zich pas op lange termijn volledig zal openbaren.

De weg vooruit: eerlijkheid over duurzaamheid

Echte duurzaamheid betekent niet het verplaatsen van vervuiling van het ene ecosysteem naar het andere. Het betekent ook niet dat men blind moet geloven in technologieën die meer schade veroorzaken dan ze voorkomen. De toekomst van energievoorziening ligt niet in het industrialiseren van de oceanen, maar in het verminderen van overconsumptie en het herstellen van balans tussen mens en natuur.

Windturbineparken op zee zijn geen oplossing, maar een symptoom van een economisch systeem dat zichzelf ‘groen’ noemt terwijl het de planeet verder uitput. Wat als groene revolutie wordt gepresenteerd, is in werkelijkheid een nieuwe vorm van exploitatie , ditmaal niet van olievelden, maar van de zee zelf.

Doneer

Gedegen en nauwkeurige onderzoeksjournalistiek is onmisbaar voor een rechtvaardige samenleving en vergt tijd en inspanning. Bijdragen worden zeer gewaardeerd.

Donatie opties zien

Doneer voor kwalitatief en gedegen onderzoek

Steun onderzoeksjournalistiek. Uw bijdrage helpt ons om diepgravende verslaggeving voort te zetten.


2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X