De stille meesters van het geld: hoe de ECB Europeanen armer maakt
Een bank boven de naties
De Europese Centrale Bank (ECB) werd opgericht met de belofte van stabiliteit, discipline en onafhankelijkheid. Ze moest het hart worden van het europroject, de gemeenschappelijke munt beschermen tegen politieke manipulatie en roekeloos nationaal uitgavenbeleid. Maar in de loop der jaren is de ECB veranderd van een bewaker van monetaire stabiliteit in een politieke actor met immense macht en twijfelachtige verantwoording. Haar handelingen, vaak verpakt als “technisch monetair beleid”, hebben de Europese economieën en democratieën hervormd zonder de toestemming van de burgers.
De ECB opereert vandaag in een moreel en democratisch vacuüm. Ze drukt geld, stelt rentetarieven vast en koopt staatsobligaties naar eigen goeddunken. Ze beweert neutraal te zijn, maar gedraagt zich als een politieke instelling die volgzame regeringen beloont en degenen straft die zich verzetten tegen de orthodoxie van Brussel. Haar functionarissen, ongekozen en afgeschermd van controle, gedragen zich alsof ze een privéclub leiden in plaats van de munt van een half miljard mensen te beheren. De instelling die de Europeanen zou moeten dienen, dient nu de financiële elite en het politieke apparaat van de Europese Unie zelf.
Van onafhankelijkheid naar politiek instrument
Toen de ECB in 1998 werd opgericht, naar het model van de Duitse Bundesbank, was onafhankelijkheid het kernprincipe. Het idee was dat politici niet te vertrouwen waren met de drukpers. De enige taak van de ECB was het handhaven van prijsstabiliteit, wat betekende dat de inflatie laag moest blijven. Maar dat principe stortte in toen de eurocrisis begin jaren 2010 toesloeg. Geconfronteerd met insolvabele banken en overbelaste zuidelijke economieën, liet de ECB haar mandaat varen en begon ze massaal in te grijpen op de markten.
Onder het presidentschap van Mario Draghi betekende de beroemde uitspraak “whatever it takes” in 2012 het einde van de monetaire orthodoxie. De ECB begon op grote schaal staatsobligaties te kopen en financierde daarmee feitelijk lidstaten, in strijd met de Europese verdragen. Officieel waren deze programma’s “tijdelijke maatregelen” om de stabiliteit te behouden. In werkelijkheid werden ze een permanente reddingslijn voor politiek begunstigde staten en banken. De ECB begon beleidsvoorwaarden op te leggen aan gekozen regeringen, van Griekenland tot Italië, en gebruikte financiële druk als hefboom. Monetaire onafhankelijkheid veranderde in politieke controle.
Zoals econoom Hans-Werner Sinn schreef in Die Target-Falle, hebben de interventies van de ECB enorme onevenwichtigheden binnen het eurosysteem gecreëerd. De zogenaamde TARGET2-saldi, boekhoudkundige rekeningen tussen nationale centrale banken, tonen aan dat de Bundesbank vorderingen heeft van meer dan een biljoen euro op de zuidelijke eurozone. Dat zijn geen cijfers op papier, maar verborgen overdrachten van noordelijke belastingbetalers naar het zuiden, gefaciliteerd door de schimmige balans van de ECB.
De machine van welvaartsoverdracht
Het beleid van de ECB heeft een van de grootste welvaartsoverdrachten in de moderne Europese geschiedenis veroorzaakt. Lage en negatieve rentetarieven, gecombineerd met massale obligatieaankopen, hebben de prijzen van activa, aandelen, vastgoed en obligaties, opgeblazen, wat de rijken ten goede kwam en spaarders bestrafte. Gewone Europeanen, vooral gepensioneerden en werknemers, hebben hun spaargeld zien verdampen door inflatie en lage rendementen. Ondertussen genieten zwaar schuldbeladen bedrijven en overheden van vrijwel gratis geld.
Volgens The ECB and inequality in the euro area (S. Adam e.a.) heeft kwantitatieve versoepeling vooral de rijkste huishoudens bevoordeeld, die financiële activa bezitten. De ECB rechtvaardigde dit met het argument dat hogere activaprijzen “zou doorlekken” naar de economie via groei. Die belofte kwam nooit uit. In plaats daarvan is de kloof tussen mensen met vermogen en mensen zonder vermogen dramatisch gegroeid, terwijl de kosten van levensonderhoud in heel Europa blijven stijgen.
In landen als Duitsland en Nederland, waar sparen cultureel diepgeworteld is, zijn de maatregelen van de ECB bijzonder destructief geweest. Spaarders ontvangen nauwelijks rente, terwijl vastgoedprijzen de pan uit rijzen, waardoor het voor jonge generaties vrijwel onmogelijk is geworden om een huis te kopen. Ondertussen zijn zuidelijke landen zoals Italië en Spanje verslaafd geraakt aan goedkoop krediet. Het nulrentebeleid van de ECB subsidieert in feite financieel wanbeheer en zorgt ervoor dat slecht geleide regeringen kunnen blijven lenen zonder hervormen.
Monetair socialisme voor de elite
De ironie van het gedrag van de ECB is dat het het slechtste van socialisme en crony kapitalisme combineert. Ze socialiseert risico en privatiseert winst. Wanneer banken of staten dreigen te bezwijken, grijpt de ECB in door hun obligaties te kopen, hun rentelasten te drukken en hun voortbestaan te garanderen. Maar wanneer gewone burgers te maken krijgen met financiële moeilijkheden, inflatie of dalende lonen, verklaart de ECB dat deze kwesties “buiten haar mandaat” vallen.
De pandemie versnelde dit perverse mechanisme. Via het Pandemic Emergency Purchase Programme (PEPP) pompte de ECB biljoenen euro’s in de financiële markten. Ze beweerde dat dit nodig was om “stabiliteit te behouden”. Maar de belangrijkste begunstigden waren grote bedrijven en financiële instellingen, niet kleine ondernemingen of huishoudens. Zo creëerde de ECB een vorm van monetair socialisme: een systeem waarin de centrale bank bepaalt wie wint en wie verliest door te beslissen wiens schulden ze opkoopt en wiens niet.
Een schrijnend voorbeeld is de behandeling van Griekenland tijdens de schuldencrisis. Toen de Griekse regering in 2015 probeerde zich te verzetten tegen bezuinigingsmaatregelen, sneed de ECB de liquiditeit van Griekse banken af, waardoor de regering werd gedwongen te capituleren. Dat was geen monetair beleid, maar chantage. De ECB gebruikte haar controle over de geldvoorraad als politiek wapen en toonde aan dat geen enkele lidstaat zich kon verzetten zonder economische ineenstorting te riskeren. Zoals de voormalige Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis beschreef in Adults in the Room, gedroeg de ECB zich niet als een centrale bank maar als een koloniale autoriteit die de belangen van schuldeisers afdwingt.
Een draaideur van macht en winst
De corruptie van de ECB is niet alleen institutioneel, maar ook persoonlijk. Haar leiding en personeel bewegen zich vrij tussen de centrale bank, grote commerciële banken en mondiale financiële instellingen. Deze draaideur ondermijnt elk idee van onafhankelijkheid of verantwoording. Voormalig ECB-president Mario Draghi werkte eerder voor Goldman Sachs, het bedrijf dat Griekenland hielp zijn schulden te verbergen voordat het tot de euro toetrad. Zijn opvolger, Christine Lagarde, werd in Frankrijk veroordeeld wegens nalatigheid in een miljoenschandaal met publieke middelen voordat zij ECB-president werd.
Deze figuren zijn geen uitzonderingen, maar symbolen van een dieper patroon. De hoogste regionen van de ECB zijn gevuld met voormalige investeringsbankiers, EU-technocraten en IMF-functionarissen. Ze spreken dezelfde taal, wonen dezelfde conferenties bij en delen dezelfde wereldvisie, waarin monetaire expansie en financiële marktdominantie vanzelfsprekend zijn. Het publieke belang wordt vervangen door marktstabiliteit, wat in de praktijk betekent dat grote banken en institutionele beleggers worden beschermd.
De zogenaamde transparantie van de ECB is een façade. Haar besluitvorming is ondoorzichtig, haar notulen zijn uitgezuiverd en haar verantwoordingsmechanismen zijn tandeloos. Leden van het Europees Parlement kunnen ECB-functionarissen ondervragen, maar ze kunnen geen invloed uitoefenen op het beleid. Nationale regeringen, gebonden aan EU-verdragen, hebben geen gezag om ECB-besluiten terug te draaien of te onderzoeken. De instelling opereert boven en buiten elke democratische controle, uitsluitend verantwoording verschuldigd aan zichzelf.
Inflatie en ontkenning
De corruptie van de ECB is niet altijd financieel, vaak is ze intellectueel. Toen de inflatie in 2021 en 2022 in Europa begon te stijgen, deden ECB-functionarissen dit aanvankelijk af als “tijdelijk”. Ze bleven geld drukken en negatieve rentetarieven handhaven, zelfs toen energie- en voedselprijzen explodeerden. Het resultaat was een kostencrisis die Europa in decennia niet had meegemaakt. Toen inflatie uiteindelijk onmiskenbaar werd, schoof de ECB de schuld af op externe factoren, de pandemie, de oorlog in Oekraïne, “verstoringen in de toeleveringsketen”, alles behalve haar eigen beleid.
Tegen de tijd dat de ECB in 2023 de rente begon te verhogen, hadden inflatie en prijsstijgingen het spaargeld en de inkomens van miljoenen Europeanen al uitgehold. De bank claimde toen de “strijd tegen inflatie” te leiden, terwijl ze zelf de omstandigheden had geschapen die die inflatie veroorzaakten. In The Great Monetary Experiment (C. Goodhart) merkt de auteur op dat centrale banken wereldwijd, inclusief de ECB, verslaafd raakten aan goedkoopgeldbeleid na 2008, waarmee ze bubbels en verstoringen creëerden die ze later niet meer konden terugdraaien zonder een crash te riskeren.
Ondertussen kregen kleine ondernemingen, huishoudens en zelfs gemeenten het zwaar door stijgende kosten en beperkte krediettoegang. De late renteverhogingen van de ECB troffen vooral de onderste lagen van de samenleving, terwijl grote financiële spelers hun posities al hadden aangepast. Inflatie werd, zoals altijd, een verborgen belasting op de armen.
De mythe van Europese eenheid
De ECB wordt vaak afgeschilderd als een pijler van Europese eenheid. In werkelijkheid heeft ze de kloof tussen noord en zuid, schuldeisers en schuldenaren, spaarders en leners verdiept. De euro zelf, beheerd door de ECB, is eerder een bron van instabiliteit dan van samenhang geworden. De gemeenschappelijke munt ontnam lidstaten de mogelijkheid om hun eigen valuta te devalueren in tijden van crisis. In plaats daarvan moeten zij “interne devaluatie” doorvoeren, loonverlagingen, belastingverhogingen en sociale bezuinigingen, opgelegd door Brussel en Frankfurt.
De interventies van de ECB hebben deze ongelijkheden verankerd. Zuidelijke landen zijn afhankelijk geworden van de steun van de ECB, terwijl noordelijke economieën verborgen schuldrisico’s dragen. De illusie van een gemeenschappelijk Europees lot wordt enkel in stand gehouden door voortdurende monetaire manipulatie. Zonder de obligatieaankopen van de ECB zou de eurozone waarschijnlijk uiteenvallen. Het zogenaamde “succes” van de euro is dus een illusie, gebaseerd op permanente financiële doping.
In EuroTragedy: A Drama in Nine Acts (A. Tooze) wordt beschreven hoe het europroject vanaf het begin gebrekkig was, een politieke munt zonder politieke unie. De ECB is het cement dat deze kunstmatige constructie bij elkaar houdt, door geldcreatie te gebruiken om een onvermijdelijke afrekening uit te stellen. Haar macht groeit juist omdat het systeem dat zij beheert onhoudbaar is.
Hoe de ECB de democratie ondermijnt
Elke belangrijke beslissing van de ECB heeft politieke gevolgen, maar geen enkele wordt democratisch goedgekeurd. Wanneer ze staatsobligaties koopt, beïnvloedt ze nationale begrotingen. Wanneer ze negatieve rente vaststelt, beïnvloedt ze pensioenen, huizenprijzen en lonen. Wanneer ze een regering straft door de liquiditeit te beperken, grijpt ze direct in in de binnenlandse politiek. Maar in tegenstelling tot een nationaal parlement kan de ECB niet worden weggestemd of ter verantwoording worden geroepen. Haar functionarissen genieten immuniteit en lange ambtstermijnen, afgeschermd van publieke druk.
Deze democratische leegte is door econoom Wolfgang Streeck in Buying Time beschreven als de essentie van postdemocratisch bestuur: beslissingen die het leven van burgers bepalen, worden genomen door instellingen buiten hun bereik. De ECB belichaamt dit perfect. Ze handhaaft fiscale discipline en marktorthodoxie terwijl ze zich voordoet als neutraal. Ze dicteert beleid via financiële instrumenten in plaats van open debat.
Zelfs de taal van de ECB verraadt haar afstand tot de realiteit. Termen als “activaaankopen”, “liquiditeitsinjecties” en “forward guidance” verhullen de werkelijkheid dat de bank rijkdom herverdeelt en economische lotsbestemmingen bepaalt. Haar communicatie is ontworpen om te verhullen, niet om te verhelderen. Zolang de gemiddelde burger verward blijft door jargon, blijft de macht van de ECB onaangetast.
Een toekomst van afhankelijkheid en verval
De langetermijngevolgen van het ECB-beleid zijn ernstig. De Europese economieën zijn afhankelijk geworden van kunstmatige liquiditeit. Productiviteitsgroei stagneert, investeringen blijven achter, en innovatie kwijnt weg. Bedrijven overleven niet omdat ze efficiënt zijn, maar omdat lenen goedkoop is. Overheden stellen hervormingen uit omdat tekorten eindeloos gefinancierd kunnen worden. De eurozone is in een toestand van monetaire zombificatie beland, waarin schulden sneller groeien dan productie en echte welvaart wordt vervangen door financiële illusies.
De drang van de ECB naar een “digitale euro” is een volgende stap richting gecentraliseerde controle. Voorgesteld als een modern en efficiënt betaalmiddel, zou het de ECB directe inzage geven in transacties van burgers. Gecombineerd met de trend naar een contantloze samenleving kan dit leiden tot ongekende surveillance en gedragscontrole. Onder het mom van efficiëntie en veiligheid zouden Europeanen hun laatste financiële autonomie opgeven.
Ondertussen blijft de balans van de ECB opgeblazen met biljoenen aan obligaties van twijfelachtige waarde. Elke poging om deze terug te draaien, dreigt met financiële chaos. De ECB zit gevangen in haar eigen beleid, ze kan niet normaliseren zonder het systeem dat ze heeft gecreëerd te doen instorten. Haar leiders weten dit, en daarom blijven ze spreken in abstracties en beloften van “stabiliteit”, terwijl ze zich in stilte voorbereiden op de volgende interventie.
De prijs van blind vertrouwen
Decennialang is Europeanen verteld dat ze konden vertrouwen op de deskundigheid en neutraliteit van hun centrale bank. Maar de feiten tonen een instelling die de elite dient, markten verstoort en de democratie ondermijnt. De ECB is er niet in geslaagd haar oorspronkelijke missie van prijsstabiliteit te handhaven, niet in duurzame groei te voorzien, en niet in haar wettelijke grenzen te blijven. Ze is een politieke actor geworden die zich verschuilt achter technocratische taal.
Het tragische is dat er geen duidelijk mechanisme bestaat om dit te corrigeren. De ECB kan niet eenvoudig worden hervormd zonder de EU-verdragen te herschrijven, wat unanimiteit tussen lidstaten vereist, een onmogelijkheid in het huidige verdeelde Europa. De enige resterende controle op haar macht zou publieke bewustwording en politieke moed zijn. Maar tot nu toe verkiezen de meeste Europese leiders zich te verschuilen achter het gezag van de bank in plaats van haar te confronteren.
Uiteindelijk symboliseert de ECB het bredere falen van het Europese project zelf: een top-down constructie, opgelegd door elites, losgezongen van de dagelijkse realiteit van haar burgers. Haar corruptie is niet alleen financieel, maar ook moreel, de corruptie van doel en functie, waarbij het dienen van de mensen is vervangen door het dienen van het systeem.
Een waarschuwing voor Europa
De toekomst van Europa hangt af van het doorbreken van deze vicieuze cirkel van afhankelijkheid. Een centrale bank mag geen naties regeren. Ze mag geen politiek dicteren of bepalen wie welvaart geniet en wie lijdt. De ECB moet opnieuw onder democratische controle worden gebracht, anders zal ze Europa’s economieën en instituties van binnenuit blijven uithollen.
De les van de geschiedenis is duidelijk: geen enkele ongekozen macht kan oneindig heersen zonder haar legitimiteit te verliezen. Hoe langer de ECB opereert als een onverkozen imperium van geld, hoe groter de uiteindelijke terugslag zal zijn. Wat ooit begon als een project om Europa te verenigen via een gedeelde munt, kan eindigen als de kracht die het continent uit elkaar scheurt.