De loterijillusie: hoe de overheid van gokken een morele facade heeft gemaakt

28 oktober 2025

Een spel gebouwd op valse hoop

Loterijen worden al decennia verkocht als onschuldig vermaak, een glinsterende droom waarin gewone mensen met één simpel lot rijk kunnen worden. Achter de glimlachende winnaars en vrolijke reclames schuilt echter een systeem van uitbuiting, vaak niet gerund door privébedrijven, maar door de overheid zelf. Staatsloterijen vormen een van de meest cynische tegenstrijdigheden in het moderne bestuur. Ze worden gepresenteerd als een publiek goed, zogenaamd bedoeld om onderwijs of zorg te financieren, maar functioneren in werkelijkheid als regressieve belastingen op de armsten en als een moreel falen van beleid.

Hoe loterijen de kwetsbaren uitbuiten

De wiskunde van loterijen is meedogenloos: de kans om te winnen is astronomisch klein. Bij de Staatsloterij is de kans op de hoofdprijs één op miljoenen. Onderzoek toont aan dat vooral mensen met lagere inkomens het vaakst meespelen. In Who Plays the Lottery? Findings from a National Survey (Clotfelter & Cook) wordt aangetoond dat deelname het hoogst is onder minder welvarende en lager opgeleide groepen.

De loterij is dus geen vorm van amusement, maar een door de staat gelegitimeerde overdracht van geld van de armen naar de staatskas. De morele contradictie is schrijnend: overheden die flitskredieten of gokverslaving veroordelen, leunen zelf op diezelfde menselijke zwaktes om hun begroting te vullen. Volgens The Behavioral Economics of Lottery Play (David Just) drijft de industrie op cognitieve vooroordelen zoals de “beschikbaarheidsheuristiek” en “optimismebias” – de menselijke neiging om de kans op zeldzame positieve gebeurtenissen te overschatten.

De illusie van ‘goede doelen’

De Nederlandse Staatsloterij, maar ook andere zoals de Postcode Loterij of VriendenLoterij, rechtvaardigen hun bestaan met het argument dat ze geld inzamelen voor goede doelen. Reclames benadrukken dat “iedereen wint” of dat de opbrengst “naar de samenleving terugvloeit”. In werkelijkheid laten onderzoeken zien dat deze opbrengsten vaak bestaande overheidsbudgetten vervangen, in plaats van ze aan te vullen. De overheid kan het zo laten lijken alsof burgers vrijwillig bijdragen aan publieke voorzieningen, terwijl ze feitelijk extra belasting betalen – alleen dan onder het mom van hoop.

In The Economics of Gambling (Forrest & McHale) wordt uitgelegd hoe het “goede doelen”-argument vooral dient als morele witwasmachine: mensen voelen zich goed over hun gokgedrag omdat ze denken dat hun verlies een hoger doel dient. In werkelijkheid gaat slechts een deel van het geld naar de beloofde doelen. De rest verdwijnt in administratie, marketing en commissies. In Nederland wordt vaak minder dan 30% van de inleg besteed aan de beoogde maatschappelijke projecten.

De overheid als roofzuchtige marketeer

Het meest verontrustende aan staatsloterijen is de manier waarop ze worden verkocht. Reclamecampagnes zijn tot in detail ontworpen om emotie en hoop op te wekken. De kans op verlies wordt nauwelijks genoemd. In plaats daarvan wordt de nadruk gelegd op gelukkige winnaars, zonnige vakanties en plotselinge vrijheid. De overheid gedraagt zich hierbij niet anders dan een commerciële gokexploitant.

Volgens Selling Hope: State Lotteries in America (Clotfelter & Cook) gebruiken staatsloterijen psychologische manipulatie die vergelijkbaar is met die van de tabaks- en alcoholindustrie. Ze presenteren gokken als iets sociaal wenselijks, als een manier om “mee te doen” aan een nationale traditie. Maar achter die façade schuilt een harde waarheid: juist de mensen die het zich niet kunnen veroorloven worden verleid om mee te doen. Werklozen, alleenstaanden en mensen met financiële stress zijn oververtegenwoordigd. De overheid weet dit, en gebruikt het.

Een moreel en politiek falen

Een overheid hoort niet te parasiteren op de zwaktes van haar burgers. Toch doet de Nederlandse staat precies dat, door te verdienen aan verslaving en illusie. De overheid die waarschuwt tegen gokverslaving, verkoopt zelf hoop als product. De hypocrisie is compleet. Dezelfde staat die campagnes voert tegen alcoholmisbruik en schulden, spant zich in om zoveel mogelijk Nederlanders aan het gokken te krijgen.

In The Ethics of State Lotteries (Nelson) wordt dit scherp verwoord: staatsdeelname aan gokken is onverenigbaar met de plicht tot eerlijk bestuur. Wanneer een overheid afhankelijk wordt van het verlies van haar burgers, stort moreel gezag in. Het utilitaristische argument dat “het geld toch naar goede doelen gaat” is een drogreden. De middelen – structurele uitbuiting – heiligen nooit het doel.

Economische afhankelijkheid

In Nederland brengen de verschillende loterijen gezamenlijk honderden miljoenen euro’s per jaar op. De overheid en semi-publieke instellingen zijn daardoor afhankelijk geworden van gokinkomsten. Die afhankelijkheid creëert een gevaarlijk evenwicht: als mensen minder meespelen, daalt de inkomstenstroom, en dus moet er meer reclame worden gemaakt om nieuwe spelers te lokken. De overheid wordt zo medeplichtig aan het stimuleren van verslavingsgedrag.

In Gambling and the Public Interest (Walker) wordt beschreven hoe deze afhankelijkheid leidt tot beleidsvervalsing: in plaats van armoede of ongelijkheid echt aan te pakken, biedt de overheid burgers een illusie van ontsnapping. De boodschap luidt: “Met één lot kan je leven veranderen.” Maar dat is geen kans, het is een leugen die structurele problemen verdoezelt.

De psychologische tol

Voor velen zijn de gevolgen van jarenlange deelname aan loterijen zwaar. Onderzoek zoals The Lottery and the Dream (Stark & Stark) laat zien hoe vaste spelers gevoelens van falen, schaamte en wanhoop ervaren. De “bijna-winst”-ervaring – waarbij men nét niet wint – versterkt gokverslaving op een manier die vergelijkbaar is met gokkasten. Wat gepresenteerd wordt als hoop, eindigt in frustratie en financiële stress.

De overheid erkent dit zelden, want het zou de hypocrisie van het beleid blootleggen. De slachtoffers zijn vaak geen roekeloze gokkers, maar werkende Nederlanders die vastzitten in economische onzekerheid. Zoals Michael Sandel schreef in What Money Can’t Buy: wanneer de overheid menselijke wanhoop te gelde maakt, verliest ze haar morele gezag.

Het verraad van publiek vertrouwen

De staatsloterij is niet zomaar een financiële constructie – het is een morele test. Wanneer een overheid haar burgers verleidt om hun geld te verliezen aan een statistisch onmogelijke kans, alleen om de begroting sluitend te krijgen, verraadt ze haar kerntaak: beschermen in plaats van misbruiken. De slogan “Speel bewust” klinkt wrang uit de mond van een overheid die alles doet om te zorgen dat mensen juist níét bewust spelen.

De tegenstelling is duidelijk: dezelfde staat die suikerbelasting invoert om de volksgezondheid te beschermen, promoot actief een activiteit die financiële ellende veroorzaakt. Het is een moreel dubbelspel in de meest letterlijke zin van het woord.

Naar een verantwoord alternatief

Het beëindigen van staatsloterijen zou politieke moed vereisen. Er zijn echter alternatieven: progressieve belastingen, transparante begrotingen en echte investeringen in financiële educatie. In plaats van geld te verdienen aan hoop, zou de overheid vertrouwen moeten verdienen door eerlijk beleid.

Sommige landen erkennen dit al. In Noorwegen gelden strikte reclamebeperkingen voor gokproducten. In Finland woedt een debat over de vraag of een staatsmonopolie op gokken wel te verenigen is met sociale verantwoordelijkheid. Nederland zou dit debat dringend moeten voeren. Want zolang de overheid gokinkomsten verdedigt, blijft ze gevangen in een perverse prikkel: winst maken op verlies.

Een toetssteen voor moreel bestuur

Loterijen lijken onschuldig, een beetje spanning voor het goede doel. Maar wie goed kijkt, ziet een donkere spiegel van het bestuur zelf. Een overheid die zichzelf financiert door valse hoop te verkopen, kan niet langer beweren het algemeen belang te dienen. Ze is moreel failliet, en dat faillissement wordt elke trekking opnieuw herhaald.

De ware loterij is niet de trekking op televisie, maar de gok die burgers nemen door hun vertrouwen te stellen in een overheid die haar morele kompas heeft verloren.

Doneer

Gedegen en nauwkeurige onderzoeksjournalistiek is onmisbaar voor een rechtvaardige samenleving en vergt tijd en inspanning. Bijdragen worden zeer gewaardeerd.

Donatie opties zien

Doneer voor kwalitatief en gedegen onderzoek

Steun onderzoeksjournalistiek. Uw bijdrage helpt ons om diepgravende verslaggeving voort te zetten.


2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X