De kosten van AI-megafabrieken. Energieslurpers, waterverspillers en de rekening voor de belastingbetaler

27 juni 2025

De stille druk achter kunstmatige intelligentie

Achter de glanzende façade van kunstmatige intelligentie, de chatbotinterfaces, realtime vertalingen, algoritmische medische doorbraken en voorspellende analyses die alles aansturen van logistiek tot wetshandhaving, schuilt een zelden besproken maar diepgaand belangrijk probleem. Kunstmatige intelligentie, vooral op de schaal die momenteel door wereldwijde techgiganten wordt nagestreefd, is niet ongrijpbaar, schoon of zwevend in een abstracte ‘cloud’. Ze leeft in enorme, energieverslindende en waterverspillende datacenters, die steeds vaker worden aangeduid als AI-megafabrieken vanwege hun industriële schaal en massale verbruik van fysieke hulpbronnen.

Deze faciliteiten vormen het kloppend hart van AI-ontwikkeling. Ze trainen, draaien en updaten de grote taalmodellen, neurale netwerken en deep learning-algoritmes die nu doordringen tot vrijwel elk aspect van het moderne leven. Maar om dat te doen, hebben ze een constante stroom elektriciteit en gigantische hoeveelheden water nodig om de machines koel te houden. Die vraag is niet alleen ecologisch onhoudbaar, maar vaak ook sociaal onrechtvaardig. Waarom? Omdat de kosten, financieel, ecologisch en infrastructureel, in toenemende mate worden afgewenteld op gewone burgers, terwijl de winsten toevallen aan een handvol geconcentreerde techbedrijven die profiteren van overheidssteun, gunstige regelgeving en minimale verantwoording.

De onverzadigbare honger van AI naar elektriciteit

Het trainen van AI-modellen, met name zogeheten large language models (LLM’s) zoals GPT-4 van OpenAI, Gemini van Google, LLaMA van Meta of Claude van Anthropic, vereist een enorme rekenkracht. Die berekeningen worden uitgevoerd door gespecialiseerde processors, met name GPU’s (graphics processing units) en TPU’s (tensor processing units), die veel energie verbruiken en parallel werken in enorme serverclusters.

Hoewel exacte cijfers vaak geheim blijven, geven studies en onderzoeksjournalistiek verontrustende schattingen. Volgens The New York Times en MIT Technology Review kan een enkel datacenter dat een belangrijk AI-systeem ondersteunt, tussen de 20 en 50 megawatt elektriciteit verbruiken, wat overeenkomt met het stroomverbruik van 25.000 tot 50.000 huishoudens. En dit is geen eenmalige belasting, deze servers draaien continu, elke seconde van de dag, het hele jaar door, of het datacenter nu in Arizona, Nederland, Ierland of Singapore staat. Met tientallen, en binnenkort honderden, van zulke faciliteiten wereldwijd, begint AI te lijken op een digitale industriële revolutie die wordt aangedreven door fossiele brandstoffen, overbelaste netwerken en verborgen subsidies.

Deze explosie in stroomvraag veroorzaakt nu al kettingreacties binnen nationale en regionale elektriciteitsinfrastructuren. In de Verenigde Staten waarschuwen energiebedrijven voor toenemende stroomstoringen door de immense behoefte van datacenters (A.I. Is Coming for Your Electricity, The New York Times). In Noord-Virginia, waar de grootste concentratie datacenters ter wereld staat, zijn woningbouwprojecten uitgesteld wegens onvoldoende netcapaciteit. Burgers worden dus letterlijk achtergesteld ten gunste van machine learning-fabrieken. De kosten voor netwerkuitbreidingen, nieuwe transformatorstations, hoogspanningsleidingen en extra energiecentrales? Die worden grotendeels gesocialiseerd via hogere belastingen en energierekeningen, wat betekent dat huishoudens en kleine bedrijven meer betalen zodat miljardenbedrijven ongestoord kunnen blijven draaien.

De watercrisis waar niemand over spreekt

Terwijl het energieverbruik van AI langzaamaan publieke aandacht krijgt, blijft haar honger naar schoon drinkwater onderbelicht, ondanks dat het net zo alarmerend is. Het koelen van de serverracks die nodig zijn voor AI is een operationele noodzaak. Processors genereren namelijk enorme hitte. Als die niet constant wordt afgevoerd, raken de machines oververhit, met prestatieverlies of storingen tot gevolg. De meeste datacenters gebruiken daarvoor verdampingskoeling, waarbij schoon drinkwater wordt rondgepompt en verdampt om hitte af te voeren.

Dit proces, dat onafgebroken doorgaat, verbruikt astronomische hoeveelheden water. Volgens een Bloomberg-rapport uit 2023 verbruikte de training van GPT-4 alleen al meer dan 700.000 liter schoon drinkwater, en dat is slechts één model, één keer getraind. Wereldwijd worden honderden modellen herhaaldelijk getraind, in tientallen talen en tijdzones, met dagelijks miljarden gebruikersinteracties. In gebieden als Iowa, waar Microsoft datacenters exploiteert, Spanje, India en Californië, waar watertekorten al nijpend zijn, is het onethisch dat drinkwater naar AI-fabrieken stroomt terwijl bewoners worden opgeroepen zuinig te zijn. Terwijl gemeenschappen gevraagd wordt om korter te douchen, tuinen niet meer te besproeien en auto’s niet meer te wassen, mogen techbedrijven miljoenen liters gebruiken om servers af te koelen en aandeelhouders rijker te maken.

Overheidssubsidies en bedrijfsgeheimhouding

Wat het nog schrijnender maakt, is dat deze bedrijven zelden de volledige milieukosten zelf betalen. In veel landen ontvangen ze royale overheidssteun, belastingvoordelen, goedkope grond, subsidies voor stroomgebruik en zelfs voorrang bij toegang tot drinkwater. Overheden rechtvaardigen dit met termen als “banengroei”, “digitale koplopers” of “innovatiebevordering”. Maar het aantal banen dat deze datacenters creëren is gering, de meeste processen zijn geautomatiseerd, en de voordelen komen vooral terecht bij buitenlandse techreuzen die hun winsten via fiscale constructies wegsluizen.

Neem Nederland als voorbeeld. Microsoft kreeg in Hollands Kroon toegang tot grote hoeveelheden schoon water en stroomvoorziening tegen gunstige voorwaarden, ondanks felle lokale tegenstand en zorgen over ecologische schade (Microsoft en het datacenter-debat, NOS). Ook in landen als Denemarken en Ierland uiten boeren en burgers hun zorgen over de verschuiving van middelen van landbouw en gemeentediensten naar datacenters van Amazon, Meta of Google.

Kort gezegd, we zijn getuige van een sluipende privatisering van publieke middelen, elektriciteit, water, ruimte, ten gunste van machtige bedrijven die nauwelijks verantwoording afleggen. Deze bedrijven opereren steeds meer als digitale grootgrondbezitters, die winst halen uit infrastructuur die is betaald en gebouwd door het publiek, maar zonder transparantie of sociale bijdrage.

Genegeerde oplossingen, kernenergie en zeewaterkoeling

Als we de infrastructuur voor kunstmatige intelligentie willen blijven uitbreiden, en gezien de economische en politieke druk lijkt dat onvermijdelijk, dan moet dat volledig anders worden aangepakt. Twee cruciale pijlers voor een duurzame toekomst zijn:

1. Onmiddellijke en grootschalige investeringen in kernenergie

De wereld moet ophouden met doen alsof zon en wind alleen voldoende zijn voor het AI-tijdperk. Hoewel hernieuwbare energie belangrijk is, kunnen wind en zon geen continue baseload leveren op het niveau dat datacenters nodig hebben, zonder terug te vallen op gas of kolen. Kernenergie is de enige schaalbare en koolstofvrije energiebron die constant stroom kan leveren zonder het milieu extra te belasten.

Toch blijft het energiebeleid in veel westerse landen steken in angst en traagheid. Nucleaire installaties kosten tijd, de regelgeving is verstikkend en politieke moed ontbreekt. Ondertussen bouwt China in hoog tempo moderne kerncentrales om hun AI-ambities onafhankelijk van fossiele brandstoffen te maken. Als het Westen niet snel volgt, blijft het afhankelijk van instabiele energiebronnen, import van gas en een fragiel stroomnet.

2. Overstappen op zeewater of niet-drinkwater voor koeling

Even belangrijk is het stoppen met het gebruik van drinkwater voor serverkoeling. Voor datacenters in de buurt van zee, meren of rivieren is er geen enkel excuus om geen zeewaterkoeling of ontzilt water te gebruiken. Veel industriële installaties, zoals kustcentrales en chemische fabrieken, gebruiken nu al directe koeltechnieken met zeewater, zonder noemenswaardige ecologische schade mits goed gereguleerd.

Overheden moeten eisen dat nieuwe datacenters gebruik maken van niet-potabel koelwater, anders worden kwetsbare ecosystemen en watervoorraden onherstelbaar aangetast. De extra kosten voor inname, filtering of ontzilting zijn verwaarloosbaar vergeleken met de schade van uitputting van drinkwatervoorraden voor mens en landbouw.

Wie betaalt? Jij

Aan het eind van de keten staat de belastingbetaler. Via hogere energierekeningen, duurdere watertarieven, achterstallig onderhoud aan infrastructuur en de bredere sociale en ecologische gevolgen zijn het gewone burgers die een privaat technologisch avontuur subsidiëren. De gevolgen zijn allesbehalve theoretisch, stroomstoringen, droogte, woningnood, voedseltekorten en stijgende publieke schulden zijn nu al zichtbaar in regio’s die AI-hubs zijn geworden.

Dit is een klassiek geval van geprivatiseerde winst en gesocialiseerd verlies, een patroon dat we eerder zagen bij oliebedrijven, banken en de farmaceutische industrie. Maar dit keer gaat het sneller, met minder toezicht, en nog minder publieke bewustwording.

De weg vooruit

Er is dringend behoefte aan een nieuw sociaal en ecologisch pact rond kunstmatige intelligentie. Een dat erkent dat AI niet alleen bestaat uit code, maar uit een fysieke voetafdruk die elektriciteit, water en ruimte verbruikt, en daar verantwoordelijkheid voor moet nemen. AI-bedrijven moeten verplicht worden om:

  • De volledige kosten voor stroom- en waterverbruik zelf te dragen
  • Te investeren in lokale kernenergiecapaciteit als zij willen uitbreiden
  • Uitsluitend niet-drinkwater te gebruiken voor toekomstige koelsystemen
  • Transparantie te bieden over energie- en waterverbruik
  • Structureel bij te dragen aan lokale infrastructuur, niet slechts symbolische donaties

Alleen met duidelijke regelgeving, een toekomstgericht energiebeleid en actieve publieke controle kan kunstmatige intelligentie bijdragen aan het algemeen belang zonder onze natuurlijke hulpbronnen uit te putten.

Het alternatief is een wereld van digitale overvloed gebouwd op ecologische schaarste en sociale ongelijkheid, een wereld waarin machines gekoeld worden terwijl mensen dorst lijden.

Doneer

Gedegen en nauwkeurige onderzoeksjournalistiek is onmisbaar voor een rechtvaardige samenleving en vergt tijd en inspanning. Bijdragen worden zeer gewaardeerd.

Donatie opties zien

Doneer voor kwalitatief en gedegen onderzoek

Steun onderzoeksjournalistiek. Uw bijdrage helpt ons om diepgravende verslaggeving voort te zetten.


2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X