Christine Lagarde: veroordeeld voor corruptie, ongemoeid aan de top

30 september 2025

Christine Lagarde wordt vaak gepresenteerd als een symbool van vrouwelijke macht in de financiële wereld. Toch vertelt haar loopbaan een ander verhaal, een verhaal waarin politieke immuniteit, financiële belangen en institutionele bescherming samenkomen. Lagarde werd door een speciaal Frans gerechtshof schuldig bevonden aan nalatigheid in verband met een uitkering van honderden miljoenen euro’s aan zakenman Bernard Tapie, maar die veroordeling bleek geen sta-in-de-weg voor verdere promotie naar de absolute top van het mondiale financiële bestel. Dat roept fundamentele vragen op over verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid en wie de rekening betaalt wanneer fouten of verkeerde keuzes worden gemaakt.

De Tapie-affaire en de veroordeling

De kern van de controverse draait om een arbitragebeslissing uit 2008 die Bernard Tapie ongeveer 400 miljoen euro toekende, een uitbetaling die deels bestond uit schadevergoeding en deels uit vergoeding voor morele schade. Als Franse minister van Economie en Financiën had Lagarde een rol in de procedure die tot die uitbetaling leidde. In 2016 bepaalde de Cour de Justice de la République dat Lagarde schuldig was aan nalatigheid bij haar handelen rond die zaak (IMF’s Lagarde to stand trial in Tapie case, Chine Labbé). De veroordeling hield weliswaar geen gevangenisstraf of boete in, en de rechter besloot dat de veroordeling geen strafblad tot gevolg zou hebben, maar voor velen was het onvoldoende om te verklaren waarom een minister met zulke gevolgen voor de staatskas niet zwaarder werd aangepakt.

De omvang van het bedrag en de politieke connecties rond Tapie maakten de zaak extra gevoelig. Tapie had nauwe banden met toenmalig president Nicolas Sarkozy en de arbitrage viel samen met een bredere discussie over belangenverstrengeling en de rol van informele machtsnetwerken in Parijs. De juridische details van de arbitrage laten zien hoe ingewikkeld het is om politieke verantwoordelijkheid af te dwingen wanneer macht en instituties elkaar dekken (The Tapie saga : Paris successfully passed the test, Wolters Kluwer).

Van nationale politiek naar internationale macht

In plaats van dat de veroordeling haar carrière beëindigde, stapte Lagarde al enkele jaren eerder over naar het internationale toneel. In juli 2011 trad ze aan als directeur van het Internationaal Monetair Fonds. Haar benoeming werd gezien als een manier om stabiliteit te brengen na het vertrek van Dominique Strauss-Kahn. Voorstanders prezen haar bestuurlijke ervaring en haar vermogen om diplomatieke verhoudingen te navigeren, maar tegenstanders wezen erop dat een persoon die in eigen land door het gerecht was veroordeeld niet automatisch de morele autoriteit had om landen in crisis strikte maatregelen op te leggen.

IMF-beleid en de eurocrisis

Tijdens de eurocrisis voerde het IMF onder Lagarde beleid dat veelvuldig werd veroordeeld als rigoureus en pro crediteuren. In Griekenland werden omvangrijke bezuinigingen doorgevoerd: pensioenkortingen, belastingverhogingen en privatiseringen, terwijl de schuldenlast bleef groeien (It’s payback time: don’t expect sympathy – Lagarde to Greeks, Helena Smith). Kritische waarnemers stelden dat de steunpakketten vooral dienden om Europese banken en crediteuren te beschermen, en dat de sociale kosten op de bevolking werden afgewenteld (Global Minotaur, Yanis Varoufakis).

Daarnaast speelde Lagarde een centrale rol in het redden van Portugal en Ierland, waarbij vergelijkbare strenge voorwaarden werden opgelegd. Zo werden in Portugal publieke sector salarissen bevroren en arbeidswetten aangescherpt, terwijl grote financiële instellingen werden gesteund. In Ierland werden leningen verstrekt aan banken die al voor de crisis zwaar in de problemen waren geraakt, terwijl de bevolking werd geconfronteerd met belastingverhogingen en bezuinigingen (Europe’s bitter medicine, Martin Wolf).

Critici stelden dat het IMF onder Lagarde een politieke rol aannam die verder ging dan haar officiële mandaat. Beleid werd afgestemd op belangen van crediteuren en internationale financiële instellingen, waardoor sociale en economische schade bij de burgers werd gelegd. Voorstanders voerden aan dat alternatieven, zoals een wanbetaling op grote schaal, nog desastreuzere gevolgen hadden gehad.

Benoeming tot ECB-president en institutionele bescherming

In 2019 maakte Lagarde de overstap naar de Europese Centrale Bank als haar eerste vrouwelijke president. Haar benoeming leidde tot debat: enerzijds werd ze geprezen om haar internationale ervaring en politieke netwerk, anderzijds wezen critici op haar gebrekkige ervaring in centrale bankieren en op de schaduw van de Tapie-veroordeling. De ECB zelf stelde destijds dat de Governing Council geen bezwaar had tegen haar benoeming en dat zij voldeed aan de eisen van professionele bekwaamheid en ervaring (ECB adopts opinion on appointment of its future President, European Central Bank).

ECB-beleid en gevolgen voor burgers

Als ECB-president zette Lagarde het beleid voort van lage rentes en opkoopprogramma’s van obligaties, beleid dat grotendeels begon onder Mario Draghi. Dit beleid had als doel inflatie op de middellange termijn te ondersteunen en financiële markten te stabiliseren. Tegelijkertijd leidde het tot vragen over onevenredige winstverdelingen: grote financiële spelers en staatsschulden profiteerden, terwijl spaarders en kleine beleggers last kregen van lage rendementen en stijgende prijzen (Financial Times, diverse verslaggevers).

Tijdens de coronacrisis in 2020 speelde de ECB onder Lagarde een centrale rol in grootschalige steunprogramma’s voor staten en bedrijven. Hoewel bedoeld om economische ineenstorting te voorkomen, leidden de programma’s tot stijgende huizenprijzen, toenemende schuldenlast en een toenemende kloof tussen kapitaalkrachtige en minder kapitaalkrachtige burgers (ECB crisis response under Lagarde, Simon Nixon).

Daarnaast zijn er zorgen over de uitbreiding van het mandaat van de ECB richting klimaatbeleid. Lagarde heeft herhaaldelijk verklaard dat investeringen in groene economieën onderdeel van het beleid moeten zijn, wat volgens critici de onafhankelijkheid van de centrale bank verder kan ondermijnen (Lagarde signals ECB climate ambitions, Jennifer Rankin).

Imago en hypocrisie: het rolmodel dat past bij het establishment

Lagarde wordt geprezen als rolmodel vanwege haar positie als vrouw aan de top en haar pleidooien voor gendergelijkheid en duurzaamheid. Dat imago helpt kritiek te neutraliseren: tegenstanders riskeren verwijten van kleinzieligheid of misogynie wanneer ze haar aanpak aan de kaak stellen. Tegelijkertijd is er een duidelijke paradox: ze belichaamt progressieve symboliek en institutionele representatie, maar voert beleid dat het economisch establishment in het zadel houdt.

Wie het systeem bekritiseert wordt soms weggezet als iemand die succes voor vrouwen in topfuncties niet waardeert, terwijl de meer fundamentele vraag is of die topfuncties autonoom dienen en verantwoordelijk handelen (The Establishment, Owen Jones).

Democratische legitimiteit en de kloof tussen elite en burger

De behandeling van Lagarde is symptomatisch voor een bredere democratische crisis. Wanneer verantwoordelijkheden niet consequent worden afgedwongen en beleidsmakers die lasten bij kwetsbare groepen leggen worden beloond met hogere posities, ondermijnt dat het vertrouwen in instituties. In Zuid-Europa, waar gezinnen jarenlang betaalden voor bankenreddingen en strenge bezuinigingspolitiek, leeft een begrijpelijke boosheid als topfiguren ongemoeid verder gaan (Europe’s bitter medicine, Martin Wolf).

Wat leert de Lagardezaak over macht en verantwoordelijkheid

De zaak-Lagarde leert drie dingen. Ten eerste, juridische veroordelingen zijn niet altijd synoniem met carrièreslussen: politieke en institutionele netwerken kunnen reputaties beschermen. Ten tweede, internationale instellingen zoals het IMF en de ECB spelen een bepalende rol in het verdelen van lasten en baten tijdens crises, en hun keuzes hebben langdurige sociale consequenties. Ten derde, symbolische representatie van diversiteit op topniveaus zegt niet automatisch iets over de rechtvaardigheid of effectiviteit van het beleid (Global Minotaur, Yanis Varoufakis).

Reflectie op alternatieven en politieke keuzes

Het debat rond Lagarde is meer dan een persoonlijke dossiervoorstelling. Het is een discussie over hoe samenlevingen besluiten welke instrumenten en prioriteiten zij kiezen in crisistijd. Een alternatief zou meer nadruk leggen op schuldherschikking, sociale bescherming en beleid dat economische activiteit stimuleert zonder sociale polarisatie. Dat vereist politieke moed en bereidheid van staten en instellingen om gevestigde belangen uit te dagen (IMF reforms and alternatives, José Antonio Ocampo).

Slot: verantwoordelijkheid als bindmiddel van legitimiteit

Dat Christine Lagarde ondanks een veroordeling voor nalatigheid kon doorgroeien naar de top van het IMF en daarna naar de ECB is niet louter een persoonlijk succesverhaal. Het is een illustratie van de mate waarin instituties elkaar kunnen beschermen en van de ongelijkheid in sancties tussen elites en gewone burgers. Als democratische legitimiteit iets waard is, moet verantwoordelijkheid geen symbolische voetnoot zijn maar een bindmiddel dat leiders ter verantwoording roept. Totdat dat verandert, blijft de kloof tussen macht en rechtvaardigheid een van de grootste politieke problemen van onze tijd.

Doneer

Gedegen en nauwkeurige onderzoeksjournalistiek is onmisbaar voor een rechtvaardige samenleving en vergt tijd en inspanning. Bijdragen worden zeer gewaardeerd.

Donatie opties zien

Doneer voor kwalitatief en gedegen onderzoek

Steun onderzoeksjournalistiek. Uw bijdrage helpt ons om diepgravende verslaggeving voort te zetten.


2025 Rexje.. Alle rechten voorbehouden.
X